martijnenelise.reismee.nl

Alpbach vervolg

Dinsdag

Na al dat wandelen en natuurschoon moet er toch iets ‘cultureels’ gebeuren. Dat valt niet altijd mee in die kleine dorpjes waar wij vaak zijn, maar we hebben nu Rattenberg in de buurt. Niet dat dat nou zo’n grote stad is, sterker nog, het is de kleinste stad van Oostenrijk! Maar wel leuk, oud en pittoresk. We pakken ’s ochtends de Postbus, overigens niet lijn 51, en rijden in een klein half uurtje naar het plaatsje toe. We strijken neer op een terrasje voor koffie en wat lekkers bij de Konditorei. Daarna slenteren we door de straatjes, kijken in de kerk en de kapel en lopen een stuk langs het water.

In het Augustiner museum koelen we wat af, want het is vandaag snikheet. De kunst in dit voormalig klooster vinden we niet zoveel aan. Wel mooi is de kerk en de mogelijkheid om de zolder op te kunnen. Je loopt daar tussen het houten dak en de stenen koepels van de kerk. Dus je ziet de bovenkant van die koepels en krijgt zo een idee hoe dat nou allemaal gebouwd is. Ik vind dat wel interessant, maar Elise was er zo doorheen. Daarna deed ik ook nog even het verplichte klimmetje naar de toren om wat foto’s te schieten en naar beneden te zwaaien naar Elise die dit deel helemaal overslaat. Toen was de koek wel op in Oostenrijks kleinste stadje.

Woensdag

De laatste dagen zijn aangebroken voor Martijn en mij in dit stille dal, waar nauwelijks verkeer rijdt en waar elk huis in authentieke Oostenrijkse stijl is gebouwd met overal die prachtige bloemen die over de balkons stromen als kleine kleurige watervallen. Dit dorp is een aantal jaren geleden uitgeroepen tot bloemendorp van Europa en ook nog eens als het mooiste dorp van Oostenrijk. Er hangt een gemoedelijk sfeertje.

Woensdag is uitgeroepen tot rustdag. We nemen lekker de tijd om uit te slapen, en maken na het ontbijt een klein wandelingetje naar het dorp. Even kijken in die mooie roze/witte kerk die vanbinnen pijn doet aan je ogen met al dat klatergoud en overbodige tierelantijnen. Het glas in lood is daarentegen wel mooi. We lopen ook even over het bijbehorende kerkhofje. Elk graf heeft een smeedijzeren kruis met verschillende versieringen in zilver- koper- of goudkleur en elk graf is bedolven onder de bloemen.

Verderop begint een klein wandelingetje door een alpenweide langs een iconisch gebouwtje. Binnen zien we dat het een huis voor bezinning betreft voor alle religies. Er hangen ook symbolen van verschillende geloven aan de muur. Je kunt er bidden of mediteren. Op de kleine route langs dit bijzondere gebouwtje staan houtsnijwerken tussen de kruiden. Ze stellen de hoofdzondes voor. Aan het eind van het pad is een schattig klein houten huisje dat diens doet als mini-bibliotheek, waar je in grappige Engelse fauteuils een boek kunt lezen en af en toe een blik kunt werpen uit het raam op de bergen. Onder een paar grote hoge loofbomen staat een houten luierbank waarop we lekker in de schaduw samenkruipen en over het dorp omhoogkijken naar de bergen.

Na een tijdje mijmeren is het tijd voor een wandelingetje terug naar ons appartement langs de vier winkels in het dorp. De middag lezen we in de tuin en genieten weer van de zwarte roodstaartvogels die hun jongen vanmiddag hebben zien uitvliegen. De jongen houden zich schuil achter een buitentafel en een vuilniszak met dennentakken (?). Paps en mams vliegen af en aan. Verdorie de buurtkatten hebben de vogels ook in de smiezen. De hele middag waken wij samen met de twee toegewijde ouders over de jongen. Maar dan zijn we even weggezakt in ons boek en heeft een van de katten kans gezien dichtbij te komen. Ik vlieg op hem af. Hij kijkt mij aan. Schat zijn kans in en duikt achter de vuilniszak en heeft binnen twee seconde het jonge kuiken in zijn bek. Potverdorie. Aangeslagen ga ik weer zitten. Duidelijk is het inmiddels ook dat er van de drie jongen nog maar 1 over is. Wat er met de andere is gebeurd laat zich raden. Het is ook een onmogelijke plek voor een vogelnest. We hebben in deze tuin al wel 5 verschillende katten zien lopen. Na het avondeten zijn de vogels verdwenen. We hebben een hele kleine hoop dat het laatste jong zich heeft verplaatst door weg te vliegen
.

Donderdag

Het wordt weer mooi weer, droog, 24 graden en zonnig. Beetje bijtijds op pad dan maar. Elise heeft voor de zekerheid zelfs een wekker gezet, en dat op vakantie
..

Ze hebben hier bij de Spar erg lekkere (en handige) potten vruchtenyoghurt met muesli erin. Een ideaal ontbijtje en een goede basis voor de dag.

We gaan op pad richting Inneralpbach, een dorpje verderop in het dal. Eenmaal het dorp uit lopen we gestaag omhoog en volgen we de zonkant van het dal. Overal die mooie authentieke huizen en boerderijen. Overal bloemen en overal mooie vergezichten twee kanten op het dal in. Van alpenweides tot brede bergen, rotsformaties en besneeuwde toppen. Foto’s maken is lastig met al die zon om je heen. In Inneralpbach drinken we koffie. Elise twijfelt nog even of ze de bus terug wil pakken of toch lopen. We lopen lekker terug. Inderdaad aan de andere kant van het dal met nog meer mooie plaatjes. Na 11 kilometer vinden we het zo welletjes dat we de supermarkt overslaan en ons trakteren op een heerlijke Tiroolse lunch. De rest van de middag relaxen we en komen bij van de kilometers en hoogtemeters. Heel vervelend detail bij het overslaan van een supermarkt is dat je ’s avonds natuurlijk weer uit eten moet. Maar ja, je moet toch wat eten!

Vrijdag

Je hebt inmiddels al begrepen dat Martijn en ik ieder een dag voor onze rekening nemen om te beschrijven. Voor degenen die nog niet is afgehaakt bij het lezen van onze dagelijkse vakantiebeslommeringen kan ik je vertellen dat de laatste vakantiedag begon toen ik mijn ogen opendeed en bij mezelf dacht: ‘mijn lijf voelt als een Ikea bouwpakketje. Zo op het eerste oog lekker stevig, maar bij nadere beschouwing ontbreken er hier en daar wat cruciale onderdelen. Ik klaag, ik piep, ik kreun ik miep. Toch gaan we gewoon op pad, want die lange wil wandelen. En dat deden we. In de brandende zon almaar hoger en hoger en hoger. Dit is de hel van ’19 roep ik geïrriteerd, denkend aan mijn vader die de Elfstedentocht van ‘63 nog heeft meegedaan. Schandelijk dat ik mijn wandeltocht daarmee durf te vergelijken, maar echt. Mijn lijf is op.

Gelukkig is de kaasboerderij na anderhalf uur klimmen dan eindelijk in zicht. Twee grote koude stangen apfelschorle lonken ons het terras op. Tevreden zittend kijken we uit over het Alpbachtal, waar we ongetwijfeld nooit meer terug zullen keren. Want er zijn nog zoveel meer mooie Oostenrijkse dalen te verkennen.

Bedankt dat je met ons meereisde tot hier.

Alpbach

Lui achterover op de bank zit ik te chillen in mijn 30 graden tenue. Je hebt er wel een beeld bij denk ik. Wat is het hier heet in Alpbach. Ik blik nog even terug.

We zijn hier alweer 2 dagen en hebben inmiddels onze draai gevonden. Zaterdagavond na het eten strijken we neer op ons terras in een rommelige tuin waar het gras in je kuiten prikt. Het ruikt naar mijn jeugd op een of andere manier. Warm, zonnig, nostalgisch. ‘Je bedoelt het gras’, zegt Martijn. ‘Misschien
’ Het ruikt lekker. Twee vogeltjes kwetteren en vliegen heen en weer. We ontdekken een vogelnestje vlak boven ons slaapkamerraam. We kunnen de kleine kuikentjes zien zitten. Die mini kraaloogjes die open en dicht gaan en hongerige snaveltjes die schreeuwen om eten tot het bedtijd is.

Midden in de nacht horen we een raar geluid en stappen even naar buiten om polshoogte te nemen. Niets te ontdekken, maar onze blikken gaan naar de nachtelijke hemel die pikzwart is en vol van sterren. Er is in dit dal bijna geen lichtvervuiling dus de melkweg is overweldigend mooi. Zo kristalhelder zie je de sterren nooit bij ons.

Zondagochtend kunnen we helaas niet meer aanschuiven aan een lekker ontbijtbuffet, maar we hebben havermout mee van thuis. Een beetje in het gareel kan geen kwaad. Om halftien gaat onze bus naar de Wiedersbergerhornbahn.

We lopen het dorp in en zien nog net het staartje van een processie. Het halve dorp loopt in klederdracht achter elkaar, mannen en vrouwen apart. De muziek is opzwepend, terwijl enorme beelden van o.a. Maria door het dorp worden gedragen. Ook loopt er een soort Sinterklaas met zijn mijter rond die iedereen toespreekt. Het is echt een bijzonder schouwspel.

Even later zitten we samen in een gondeltje die ons van 900 naar 1000 meter hoger brengt. Er is een panorama route en die ziet er prachtig uit zo rondom de berg. We passeren een verdwaald stukje sneeuw en slingeren over een smal pad langzaam omhoog. We maken de eerste bocht rondom de bergflank en ik zie alleen nog maar diepte en ga gelijk rechtsomkeert een paar verwensingen uitend. Waarom nou toch steeds die angst? Ik voel me vooral schuldig tegenover Martijn. Maar hij blijft rustig achter me wandelen weer terug naar het punt waar we gestart zijn. ‘Ga jij maar de top beklimmen. Dan ben je niet al te lang weg en kun je toch nog een beetje actie beleven’. Dus daar gaat ie
Tinus met zijn nieuwverworven stokjes. Ik vind een bankje in de schaduw achter een klein gebouwtje en zet daar mijn rugtas neer. Om de tijd te doden strijk ik tussen de bloemen neer op een handdoekje en probeer vlinders te fotograferen. Ze zijn echter steeds te snel. Het is een gezoem van bijen om mij heen. Na ongeveer een kwartier zie ik Martijn op de ‘top’ staan. Als hij na 10 minuten nog niet terug is probeer ik zelf een stukje omhoog te klimmen. Steil!!! Toch maar weer terug en via de andere kant loop ik een klein stukje om de berg. Ver boven mij loopt Martijn over de bergkam. Heel geconcentreerd. Het ziet er zeer eng uit en later op de beelden ook.

Maar hier gaan dus ook gewoon gezinnen met kinderen - hele jonge kinderen - omhoog. Een moeder met een peuter op haar nek en een kleuter van 5 heb ik al voorbij zien komen. Jong geleerd is oud gedaan. Ik ga mijn ouders nog maar eens vragen waar het bij mij fout is gegaan. Wij gingen vroeger ook de bergen in. Martijn heeft uiteindelijk de gipfel ook niet aangetikt. Er zat een heel steil ingewikkeld stuk in, waarvan hij dacht
omhoog lukt wel, maar weer terug wordt best eng.

Maandag

Het is vandaag weer tegen de 30 graden. Vroeg op is niet helemaal gelukt, maar om 10 uur wandelen we dan eindelijk door het dorp richting het bos. Het bezinningspad langs de bach is heerlijk koel. Wat een genot met die hitte. Maar dat is een illusie. Het stikt er van de steekvliegen die ons de hele weg plagen. Pas in de volle zon op de alm zijn we van deze etters verlost. Yin en Yang. Hierboven is nog niet gemaaid en de vlinders dartelen om ons heen. Even later komt een gierlucht ons tegemoet. Oh nee! Een boer staat met een trekker en gierwagen midden op de alm en de stront vliegt in een boog over ons heen. We rennen als gekken. Net op tijd. Zo willen we niet worden beGIERsterd! Bij de Spar op de terugweg scoren we wat lekkere brötchen voor de lunch. Om 1300 uur steekt de wind op en begint het in de verte te onweren. De koelere lucht is zalig. Ik sta op van mijn bank en ga lekker buiten zitten. De vogels zijn druk bezig met het voeren van de jongen en wij luisteren naar het tikken van de regen en het gerommel en gedonder. Het onweer komt steeds dichterbij en het regent steeds harder. Lekker hoor zo chillen onder de overkapping! Het ruikt nu trouwens naar natgeregend gras!

Dolomiti Rocks!

Donderdag

Om 10 uur stappen we in de stoeltjeslift Florian en ineens bekruipt me een ontzettende angst. Bang dat ik uit het stoeltje glij. Wat niet eens zou kunnen, maar angst kent geen rede dus probeer ik te zingen, wat niet helpt en dus sluit ik vervolgens mijn ogen en blijf verstijfd zitten en beeld me in dat ik in de bus zit naar het plaatsje verderop. Heel langzaam word ik weer kalmer. Raar hoe zoiets ineens op komt zetten. Ik ben super blij als ik weer met twee benen op de grond sta. De eerste wandelmeters zijn nog wat zwabberig, maar eenmaal het ritme te pakken, verdwijnt de angst weer naar de achtergrond.

We gaan vandaag de wandeling naar de MahlknechthĂŒtte maken. Een lange wandeling omhoog door een bos over de almen steeds hoger. We komen een paar hotelgasten tegen waar we weer even gezellig mee kletsen. Het zijn allemaal 60-, 70- en 80-jarigen die hier wandelen. Ik verbaas me er steeds over wat die krasse knarren allemaal aan wandelmeters onder de zolen verslijten. Ogenschijnlijk zonder moeite. We zijn inmiddels een riviertje overgestoken en als ik dan op een hoog punt in mijn eentje tussen de bloemen sta en zo weids om me heen kijk voel ik me gek genoeg heel machtig en zielsgelukkig. Dit is een wandeling om niet meer te vergeten zo mooi. Wel blijkt dat we voor de gek worden gehouden want steeds lijkt de route langer te worden naar de hut. Ik krijg hongerklop en mijn benen zijn zo ontzettend moe. Mogelijk hebben we een afslag gemist, maar waar
.?

Op een weitje onder ons lopen weer paarden los. Ook twee hele jonge veulens. Een rent en springt en dartelt en dat is zo’n lief gezicht dat de vermoeidheid een beetje van me afvalt. Nog een kwartiertje is het vanaf dit punt naar onze lunch. We zigzaggen tussen de paarden door en klimmen het pad omhoog naar de MahlknechthĂŒtte. Onder een grote veranda bestellen we halve liters apfelschorle en genieten van het eten. Nu mogen we nog een uur naar beneden wandelen. Na totaal 15 km zijn we weer terug in het hotel en ben ik compleet gevloerd. Maar wat was het mooi!

Vrijdag

Na 75 km gewandeld te hebben deze week vond ik dat mijn voeten wel wat rust hadden verdiend. Maar op de alm is alleen natuurgeweld en zon
 heel veel zon dus cultuur snuiven of winkelen is er niet bij en zonnebaden willen we onze huid niet aandoen. De hele dag boekie lezen wordt een beetje saai dus gaan we toch maar weer op pad om te wandelen. Een klein rondje dan. Eerst ontmoeten we Timo en Kaat nog even die onze kabelbaankaart vandaag gebruiken. We kletsen wat en beloven elkaar eind van de middag weer te ontmoeten voor een laatste borrel.

Dan vertrekken we omhoog langs een verharde weg onder de brandende zon. Tik tik tik doen mijn stokjes op het asfalt. Om ons heen zijn veel wandelaars die waarschijnlijk af gaan haken bij Hotel Tirler om daar in de biergarten te duiken gezien hun fysieke gesteldheid. En ja hoor bij Tirler lossen we een hele buslading mensen. Hier duiken we de ‘Hans und Paula Steger Weg’ in en klimmen heel rustig hoger dwars door een prachtig naaldbos. De bomen zijn gigantisch. In de felle zon afgewisseld door schaduw zijn alle tinten groen vertegenwoordigd. Dan ineens ziet Martijn iets lopen. ‘Een hert’ roept hij. Ik zie ook iets bruins wegduiken achter een heuveltje. We blijven rustig staan wachten en een paar seconden later zien we een hert duidelijk tevoorschijn komen en rustig de weg oversteken. Onze laatste dag en we worden gelukkig toch nog getrakteerd op wild. Het topt natuurlijk niet de twee jonge vosjes die we in de Vogezen hadden gezien in mei, maar het blijft een prachtig gezicht zo’n sierlijk hert. Dan lopen we verder omhoog. Af en toe kunnen we even uitrusten in de schaduw terwijl we genieten van het vogelgefluit. Verder is het helemaal stil in het bos. Ineens wijkt de begroeiing en kijken we uit over de Seiseralm ver tot aan de grillige pieken van de Platt en Langkofel die sterk afsteken tegen de diepblauwe lucht. Verderop in de verte zijn ook de pieken te zien van de Kleine en Grosse Cirspitze.

Na 40 minuten bereiken we een roodwit gemarkeerd smal pad dat diep het bos in duikt. Hier moeten we een beetje klauteren en ben ik blij met mijn stokjes. Het wordt wat avontuurlijker. We hebben een handdoekje meegenomen om ergens in de natuur te kunnen neerstrijken, maar de enorme mieren doen ons toch besluiten om door te wandelen. Na een dik uur komen we weer uit op de alm tussen de bloemenpracht. Prima deze wandeling. Net genoeg voor de spiertjes. Een mooie afsluiter ook van deze fantastische week op de Seiseralm.

We rusten lekker uit bij het zwembad en frissen ons even later op voor een paar uurtjes borrelen met Timo en Kaat. Zij komen dit keer naar ons hotel. ‘Ons’ terras ligt in de schaduw en heeft een magnifiek uitzicht. De Aperolletjes en Gingerino’s worden aangerukt en zo kletsen we een paar uurtjes weg voordat we aan tafel kunnen gaan. Ze vertellen over de prachtige wandeling langs de bergtop die ze gemaakt hebben en die ik eerder deze week niet durfde. Op de paar plekjes waar het wat spannend werd hebben ze nog aan mij gedacht. Blij toe dat ik niet gegaan ben al ben ik best jaloers omdat het hun mooiste wandeling ooit was. Maar het grootste deel van de wandeling hebben wij zelf ook gelopen de vorige dag. Met blije koppies nemen we afscheid. Zij blijven nog een dag langer en gaan dan naar Brixen in ItaliĂ« en wij vertrekken de volgende dag naar Alpbach in Tirol.

Gezellig, kabelbaan en ruhetag

Maandagavond;

Gezellig! We hebben afgesproken met Timo en Karin na het diner. Die vrienden die heel toevallig in dezelfde week op dezelfde Alm een hotelletje hebben geboekt. Wij zijn iets eerder klaar dus lopen vast hun kant op. Ondertussen zijn zij ook uitgegeten en spotten ze ons en lopen ook naar buiten. Al uitbuikend lopen we even mee naar hun kamer (vet stukje groter en ‘luxer’ dan de onze) voor wat dingetjes. Daarna lopen we richting Saltria centro. Saltria is niet meer dan een keerlus voor de Alm bus, vier hotels en opslag voor ongeveer 1500 boomstammetjes die door houthakkers uit het bos zijn gezaagd. Al pratend lopen we door, besluiten een drankje te doen in ons hotel en hebben zo een gezellige avond.

Dinsdag;

We zijn al lekker gesetteld in ons hotelletje op de Alm. Altijd fijn zo’n routine van opstaan, ontbijten beneden, terug naar boven, spulletjes klaarmaken, flink insmeren met factor 50, dan op pad, terugkomen, zwemgoed en badjas aan, naar beneden douchen en zwemmen, al opdrogend lekker lezen op de ligweide, terug naar de kamer, kleertjes aan, ff wat drinken/aperitiefje in de lounge, aanschuiven aan een 6-gangen diner, uitbuiken en nog even nagenieten van de dag. Allemaal met die wonderschone Dolomieten in vol zicht.

Oh ja, dinsdag. Tja weer zo’n dag dus. Vandaag gaan we in de stoeltjeslift voor ons hotel naar boven. Het is al lekker zonnig en warm, de hoogste bergen een beetje heiig, echt zomerweertje dus. De lift brengt ons een kleine 400 meter omhoog en we stappen uit op een mooie bult met rondom prachtig uitzicht. We raadplegen de mogelijkheden op het grote bord en besluiten de klim naar de Platkofel HĂŒtte op 2300 meter te maken. Het is een klim vol mooie vergezichten zowel richting die hoge grillige bergen als de Alm met al z’n felgroene gras en bloemenpracht. De klim is serieus pittig, maar wel goed te doen.

Boven is het tijd voor een versnapering om het verloren vocht wat aan te vullen en je goed te voelen over de prestatie ;-) We willen de terugweg via een andere route naar de lift. We lopen over een bergkam langs koeien en paarden. Na een stukje van de route wordt het voor Elise toch wat te spannend, dus dat spoor loopt ‘dood’. Rechtsomkeert! We lopen deels over dezelfde route terug, maar met een kleine d-tour via de MĂŒrmeltier hutte. Op deze idyllische plek eten we een simpele maar lekkere lunch aan een lange tafel en zijn in gesprek met gezellige Duitsers.

Dan is het tijd om het laatste stukje richting de lift te lopen. Die zon blijft flink z’n best doen en Elise begint het wel erg warm op ’t hoofd te krijgen. Bij gebrek aan een hoofddeksel bindt ze een shirt over haar hoofd, dat scheelt! We springen de lift weer in en zijn 10 minuten later weer beneden. Morgen gaan we een ruhetag inplannen om wat shopping te doen en een beetje extra te relaxen.

Woensdag;

Er rijdt op de Alm de hele dag een bus heen en weer tussen Saltria en Compatsch dus dat is prima geregeld. Het plan was om in het kader van rustig aan, wat shopjes te bezoeken in Compatsch, een hoofddeksel voor Elise te bemachtigen en stokjes voor Martijn. Lang verhaal kort, we zijn geslaagd.

Overal superaardige enthousiaste Oostenrijk-Italianen die ons aan prima spullen geholpen hebben. Daarna was het idee om vanuit Compatsch gewoon een klein rondje te wandelen om de omgeving daar een beetje te bekijken en een minimale hoeveelheid beweging binnen te krijgen. We liepen lekker, het weertje was heerlijk, geen gigantische beklimmingen
 mmm dat gaat prima. “Zullen we maar gewoon door lopen naar ons hotel in plaats van terug naar Compatsch en de bus te nemen?” opperde Elise. Martijn vond dit een prima idee. Volgens hem was er een stukje verderop ook nog een prima HĂŒtte voor een tussenstop dus tja, dan is de keuze snel gemaakt.

Eenmaal terug in het hotel hebben we een lekkere lunch verorberd en wat baantjes getrokken in het zwembad. Uiteindelijk hebben we deze week gemiddeld 12 km per dag gewandeld dus even de benen laten rusten was na die mini elfstedenzwemtocht ook wel welkom. Van die ruhetag kwam dus uiteindelijk niets terecht.

Timo en Karin appten ons of we zin hadden in een borrel bij hen eind van de middag. Prima idee! Lekker bijkletsen onder de parasol en onder het genot van een (of twee) Aperol spritz, of Veneziano op z’n Italiaans, altijd leuk zo op vakantie.

Gelukkig op de Seiser alm

Na een paar enerverende weken is onze vakantie aangebroken en worden we uitgezwaaid door mijn lieve ouders. Ik hoop dat het goed gaat met ze. Het zijn de allerliefste schatten.

Het is zo’n 11 uur rijden naar de Seiser alm dus overnachten we in Duitsland. Dit keer een nieuw adresje voor vijftig euro. We worden ontvangen door een aardige chinees die vraagt of we bater willen. Ik schud, na lang verzinnen wat hij nou vroeg,
van nee. ‘We vieren vanavond de ‘Geburtstag’ van mijn man’ zeg ik wijzend naar Martijn. De man grijpt gelijk twee enorme flessen bier en duwt die onder onze neuzen. ‘Van het huis’ zegt hij vermoedelijk, maar hij is echt niet te verstaan. Ok, tien punten voor deze aardige meneel.

De hotelkamer is heel ruim, maar heeft hersenschudding schuine wanden boven het bed, dat bovendien zo hard kraakt dat we nauwelijks een oog dicht kunnen doen. Het ontbijt bestaat o.a. uit een grote schaal paprika’s waarop een enorme langpootmug een flinke landing had gemaakt. Het personeel laat zich niet zien en de sfeer is koud en kil. Tijd om naar ItaliĂ« af te reizen.

In de auto horen we op de radio dat er een beer is gespot in Oostenrijk. Gelukkig niet in het Alpbach dal waar wij over een week naartoe zullen gaan. Maar na wat gegoogle lees ik dat er in de Dolomieten in 2009 ook 17 beren zijn losgelaten. Nou ja wie doet nou zoiets.

In Italië aangekomen, komt de regen met bakken uit de lucht. We moeten al spaarheldbochtend omhoog naar de alm. Op hoop van zegen, maar meer nog regen. Je hebt een speciale permit nodig om hier met de auto te mogen rijden. Tussen 0900 en 1700 uur overdag mag je hier, met uitzondering van je aankomst- en vertrekdag, sowieso niet rijden. Om een uur of 3 arriveren we bij ons hotel. We chillen de verdere middag lekker met een boekje in de lounge en trekken nog een paar baantjes in het zwembad. Ook wordt de infraroodsauna met lichttherapie even uitgeprobeerd.

De volgende ochtend blijkt dat ons hotel midden in de alpenweiden ligt met uitzicht op die vermaarde Dolomieten. Grillige grijze pieken met pikkies sneeuw. Vanuit Saltria waar wij verblijven, vertrekken een paar running tracks. De eerste zou 6,3 km lang zijn, maar wel met ‘schwierig’ aangeduid. Welnee zegt een voorbijganger. Je gaat gewoon over ‘Die Wiesen’. Er is een stijging van 24% en dat is voor hardlopers natuurlijk pittig, maar niet voor wandelaars. Dus gaan wij vrolijk op pad. Het eerste stuk gaat almaar omhoog, langs paarden die gewoon op ons wandelpad stonden te poseren of lagen te snurken. Een mooi gezicht.

En dan zijn we weer in de uitgestrektheid van de bloemenweides zover je oog kan reiken met rondom die te gekke bergen die ons nauwlettend in de gaten houden. Ik trek de superlatieven maar weer uit mijn rugzak, want het is weer van een onvoorstelbare schoonheid. Ik word hier ook gewoon het aller gelukkigste van. De route heb ik ingesteld op mijn i-watch. Leuk om die te kunnen volgen op mijn horloge. Veel makkelijker dan steeds mijn telefoon tevoorschijn te moeten toveren. Deze route krijgt een dikke tien.

Met de bus rijden we ’s middags nog even naar Kompatsch, een dorp verderop voor de lunch, waar ik een complete pan soep voorgeschoteld krijg
echt zóveel het is gewoon hilarisch.

De avond begint met een aperitief van het huis. Rose prosecco, waarvan Martijn er uiteindelijk drie achteroverslaat. Met de luxe hapjes die erbij worden geserveerd komen we vanavond uit op 7 gangen. Die laatste met het kaasplankje slaan we toch maar even over. Het eten is vanavond voortreffelijk. We worden intussen ook geappt door Timo en Kaatje die vanavond na een hele lange reisdag zijn aanbeland in hun hotel 600 meter hier vandaan. Een date met onze vrienden staat nog niet op de planning, maar die gaat er zeker van komen.

Maandagochtend lopen we een andere running track. 8,9 km, maar met minder stijgingspercentage dan gisteren. Na een paar km passeren we een veehek en zijn we in cow country. Overal om ons heen zijn koeien aan het grazen. De eerste komt nieuwsgierig naar ons toe. Loopt ook vrij lang achter Martijn aan met haar neus tegen zijn kont. Het is wel een beetje spannend. Het gaat natuurlijk ontelbare keren goed, maar ja je leest weleens een fabeltjeskrant over de enge dieren in het bos. Zalig zijn de onwetenden bedenk ik me maar weer eens. Een stukje verder zie ik 100 meter schuin boven mij een koe uit het bos springen. Ze danst letterlijk. Ik denk nog goh wat een blijde koe. La vache qui rie. Maar al snel volgen er nog een stuk of 10 koeien al springend en rennend. Het is wel duidelijk wat ze van plan zijn. Ze hebben ons gespot en komen met een behoorlijke vaart die alm af rennen naar de weg. Ik loop van de weg af een zompig stuk alm in en ga achter een boom staan. Zinloos vindt Martijn, want die koeien zijn behendiger in de drassige drek dan ik oppert hij bijdehand. Dat kan wel wezen, maar ik vind het echt super eng. De vaart is eruit bij de koeien en ze lopen wat rustiger verder onze kant op. Martijn is mijn held. Hij blijft gewoon op de weg staan en wacht tot ze bij hem zijn om vervolgens door te lopen. Een koe draait zich nog zijn kant op, maar ze laten ons verder met rust. Ik kluun door het weiland en glijdt hier en daar bijna uit over de vlaaien. We hebben het overleefd. Wat een avontuur weer.

Maar voor we zijn bijgekomen dient zich alweer het volgende avontuur aan, want er ligt een bord op de grond met daarop verboden in te lopen vanwege bosbouwactiviteiten. Na wat dralen zien we andere wandelaars en fietsers verderop wel gewoon over het pad gaan dus trekken wij de natte stoute drekkige schoenen ook maar aan. Het is een mooie wandeling, maar soms ook best gevaarlijk, omdat er op de hellingen ‘hele bossen’ omgevallen bomen liggen. Gelukkig is het prachtig weer, maar ik kan me zo voorstellen dat bij stromende regen deze enorme boomstammen zo het pad op kunnen glijden. Na 8,5 km zien we dat de weg is afgesloten met een rood lint en wederom een bord met verboden in te lopen vanaf de andere kant vanwege landverschuivingen. Op straffe van een bekeuring. Dus toch
.

Mocht iemand trouwens nog op die foto met Elise letten; inderdaad, een bushalte!! Lijkt hier bizar, maar toevallig weten wij dat 's winters hier een ware busverbinding rijdt om de Seiser alm met de Monte Pana te verbinden. Handig voor al die wintersporters... Nou onze tocht zit erop dus die kunnen ze ons niet meer afnemen.

We lunchen een Kaiserschmarren met stukjes appel en cranberry compote. Wat een goed idee!!! Een mooi moment om even met mijn ouders te videochatten. Dat had niet op een beter moment gekund zei mijn moeder. Fijn om die lieve ouders even te kunnen zien. Konden zij ook even meegenieten van ons panoramische uitzicht. De middag vertoeven we heerlijk buiten in de ligstoelen bij het zwembad. Ja het is echt vakantie.


Oh ja, er staan ook weer wat fotootjes hier in ons fotoalbum van Seiser alm. Oké, ze zijn niet super van kwaliteit want moet ze vrij klein maken om fatsoenlijk te kunnen uploaden, maar altijd leuk toch?

Fierljeppen op de Lofoten

Morgen vertrekken we weer van deze sprookjesachtig mooie eilanden boven de poolcirkel. We hadden ons voorbereid op kou en regen, maar kregen uiteindelijk 12,5 dag droog tot fantastisch mooi weer. Je kunt het niet beschrijven, de ruigheid en de overweldigende pracht van de natuur op de Lofoten. De zilte geur, de schakeringen van licht en kleur. Zelfs de rotsen zijn bontgekleurd. En je wilt het steeds graag vastleggen met je camera, omdat je wilt laten zien: kijk hier moeten jullie ook naartoe. Maar het lukt gewoon niet. Dus hobbyen we wat aan met de iPhones, maar meestal nemen we ook de tijd om alles diep in ons op te nemen.

Even een terugblik:

Donderdag rijden we naar het aquarium, klein maar toch grappig om al die vissen te zien die je normaal op je bord hebt liggen. Krab, zeewolf, zeeduivel, kabeljauw, schol, roodbaars. Alleen waterleven wat op en rond de Lofoten voorkomt. Sommige bakken waren misdadig klein voor de hoeveelheid vis dus dat was wel een minpuntje. Hetzelfde terrein huisvest ook een gallery. Prachtige kunstwerken van Kaare Espolin Johnson hangen hier. Er is verderop ook nog een museum waar we snel doorheen vliegen.

Vrijdag rijden we naar Ballstad, waar we geen bal aan vinden. Dat hadden we moeten weten. Gelukkig maakt de lunch op de terugweg in een gezellig bakkerijtje in Leknes een hoop goed. De volgende rit gaat langs Stamsund en hier is de natuur weer prachtig en zijn de dorpjes weer pittoresk, de bergen hoog en ruig en slaat de regen weer vrolijk op de voorruit.

Zaterdag rijden we naar Hov op het eiland Gimsþy. We willen de berg gaan beklimmen nu het nog droog is. De weg voert door een soort vallei en in de verte zien we Hov al als eenzame wachter aan de kust liggen met aan de voet een paar verdwaalde huisjes. Naast de berg ligt een golfbaan, waar je hartje zomer ook ’s nachts kunt golfen. Het wordt dan immers niet donker. We parkeren bij de golfclub en volgen het bordje ‘wandelpad’ richting de berg. We moeten al vrij snel op zoek naar een geschikt pad. Het is modderig en nat dus het is oppassen geblazen. Zodra het steiler wordt begint het pad als een watervalletje te fungeren. Op sommige plekken controleer ik of er wellicht ook vissen rondzwemmen zo diep is het. Als een escargot ga ik de berg op, om al na een derde van de tocht af te haken. De stappen zijn te groot en te steil en alles is glibberig van de regen van de afgelopen dagen. Ik hou het voor gezien. Martijn gaat nog verder. Terwijl ik heel voorzichtig mijn weg weer naar beneden zoek klautert hij letterlijk omhoog. Ik zie hem met handen en voeten naar boven gaan. Gauw kijk ik voor me, want ik krijg er de kriebels van. Na een kwartier kijk ik toch even of ik hem nog zie. Ja hoor hij is weer onderweg naar beneden. Heel fijn meneertje. We zijn nog niet bij de auto of het begint weer flink te regenen. Blij toe dat we niet hoog, maar wel droog zitten.

Vlakbij ons vakantiehuis is een waterval en het bleef de hele vakantie maar intrigeren hoe we daar naartoe konden lopen. We zagen immers geen pad. Tot Martijn zijn wandel app Viewranger raadpleegde en er toch een heel petieterig klein paadje richting de waterval slingerde. Die gingen we nog even gauw doen ondanks de regen. Ook hier was het pad weer zompig en nat. Dan maar over de mossen en struiken struinen. Sorry plantjes voor mijn ruwe bepoteling, maar ik wil graag droog overkomen. Fierljeppend met mijn wandelstokken (met dank aan Henriette) lukt het redelijk droog bij de waterval te komen. Aldaar konden we weer verder omhoogklauteren. Dat ging nog wel een stukje maar het werd weer ongelooflijk steil. Dus toen terug. Mijn stokken zorgden ervoor dat ik met mijn korte pootjes toch de diepe stappen naar beneden kon maken. Tot een van de stokken ineens als een bange schildpad die zijn kop intrekt, besloot zichzelf in te schuiven. Holy fuck dat is niet fijn. Ik dacht eerst dat de stok in een onzichtbare spleet was verdwenen, maar toen ik um nog net in balans weer optilde zag ik het lengteverschil. En ga dat dan maar eens fixen als je op de vierkante centimeter en onpeilbare diepte van zeker 3 meter staat. Gelukkig kwam Martijn weer to the rescue. In het riviertje werden even later de stokken mooi afgespoeld zodat ze weer schoon de koffer in kunnen. Op naar huis voor een heerlijk warm drankje. Deze laatste vakantiedag was nog niet eens zo slecht (vanwege het weer! Begrijp me niet verkeerd -;).


In de voetsporen van Shrek

Dinsdag begint wat bewolkt en het lijkt ons een goed idee om een interessant kunstwerk te gaan bekijken waar we de vorige keer vergeten zijn te stoppen. Het ligt op de route naar Henningsvaer en daar is ook dat leuke cafeetje. Dus rijden we over de enorme brug die GimsĂžy verbindt met AustvagĂžya. Deze brug is soms gesloten bij harde wind. Dan staan de stoplichten op rood en kun je beslist niet doorrijden. Met een beetje pech duurt dat 24 uur. Afgelopen zomer was er een auto met caravan verschrikkelijk eigenwijs en ging toch. De caravan ving wind en klapte op de vangrail en weer terug. Eroverheen en de auto was gewoon meegesleurd de diepte in. Een dure grap voor deze meneer (NOK 6800,-) en een ijzingwekkend schouwspel voor alle auto’s die voor de brug stonden te wachten. 

Gelukkig hebben wij deze vakantie weinig wind en kunnen zo doorrijden. 

Het kunstwerk staat aan de kust en lijkt op afstand op een bushokje, maar als je eromheen loopt is het een glazen halve cirkel waarin de omringende bergen en zee worden gereflecteerd als een spiegel. Heel bijzonder.

In Henningsvaer komt de zon meer door, maar het is wel beduidend kouder dan de afgelopen dagen dus een terrasje pakken zit er niet in. Binnen is het echter ook gezellig. Op de kaart staat fish and chips en Bacalao. Dit is een Portugese dis hier bereid met stokvis. Dat lijkt ons wel wat. Zoals altijd delen we de buit zodat we van alles wat kunnen proeven. Het smaakt echt verrukkelijk.

Vanavond is de KP-index voor het Noorderlicht een 6. Dat is op een schaal van 1 tot 8 behoorlijk hoog dus onze verwachtingen zijn dat ook. Na een geitenkaas salade en wat leesmeters rijden we rond 9 uur naar het strand van GimsĂžy op nog geen 15 minuten van ons vakantiehuis. De zon is al onder, maar laat nog wel een prachtige geeloranje gloed achter aan de horizon terwijl de hemel daarboven indigoblauw kleurt. We hebben een ledkaarsje mee voor sfeer en twee zitmatjes voor een niet al te koude kont op de stenen. De vele sterren lijken de hele tijd naar ons te knipogen. Het is allemaal heel romantisch en sereen. Zo lang als het duurt, want al na 10 minuten krijg ik een houten kont en wordt het behoorlijk koud op dit late tijdstip. We lopen langs het strand en zien ineens beweging in de lucht. Het begint met een voorzichtige streep, maar wordt steeds langer en reikt vanaf de horizon tot ver boven het strand. Het noorderlicht is gearriveerd! Het licht wordt feller en groener met kleine randjes paars en begint als een slang te kronkelen. Dit is echt te gek. We juichen en zijn blij als kinderen. Het duurt echter niet al te lang en zwakt weer af. Steeds blijft er wel wat te zien, maar dat zijn meer lichte strepen en vlekken in de lucht. We rekken het nog een half uur, maar raken steeds meer verkleumd. Dan maar weer in de auto. Een kwartiertje verderop parkeert Martijn op een landweggetje bij een donker huis, waar we tussen de schapen in het duister nog even blijven dralen. De piek van de aurora borealis lijkt echter kort en hevig te zijn geweest en komt die avond tot onze grote spijt niet meer terug. Toch was dit al de zoveelste avond op rij dat we het noorderlicht hebben mogen zien dus we beseffen hoe erg we boffen. Om half 12 duiken we het bed in voor een korte nacht.

Woensdag begint de dag met een stralend blauwe lucht en die blijft tot aan de avond. We zouden eerst met de boot naar Bunes beach, maar daar zaten zoveel tijdschema’s aan vast. Op tijd uit bed, anderhalf uur rijden, op tijd kaartjes kopen, op tijd met de boot. Binnen vier uur een drie uur durende wandeling maken om bij het strand te komen en dan weer de enige boot zien te halen. Daarna weer anderhalf uur terugrijden naar huis. Ik werd al moe als ik eraan dacht. Gelukkig heeft Martijn een ander leuk plan bedacht. We gaan een berg op van 450 meter. Dat lijkt een eitje, en dat is het ook. Behalve het feit dat we halverwege een moeras moeten oversteken en ook de steile stukken door de modder gaan. Soms blijft mijn voet gewoon vastzitten. We snappen ineens waarom die meneer aan het begin van de wandeling op laarzen liep, zijn broek in zijn sokken ingesnoerd. Voor ons was het te laat. We zagen de pijpjes steeds natter en vuiler worden. Ik hijg na 3 km als een paard en kom maar moeizaam vooruit. Maar wat een magnifiek uitzicht heb je hier op die turquoise zee en vele eilandjes en bergen. De stilte en de 360 graden view is ongekend mooi. Elke piek aan de horizon heeft zijn eigen toefje slagroom, verder is de lucht prachtig blauw. Eenmaal op de top blijkt er nog een top te zijn (zo gemeen) dus lopen we na de lunch over een bergkam door tot het volgende punt. Ik heb het niet zo op bergkammen, maar deze is op het smalste punt nog steeds zo’n 20 meter breed. Het idee alleen dat het links en rechts sheer drops zijn van honderden meters geven mij de kriebels. De heenweg ga ik hand in hand met Martijn, maar terug durf ik al alleen los te lopen. Jaja de grenzen verleggen
. We hebben 8,6 km gelopen vandaag en trakteren onszelf op een zelfgemaakt kip tandoori met naan, rijst en spinazie. 

Tot de volgende blog!

HĂ©t Noorderlicht

Sta je dan in je onderbroekje op het balkon als er ineens een outburst van noorderlicht is te zien. Eerst naar buiten rennen en kijken en je dan pas druk maken over de wind en de kou. Witte stroken lichten ineens fel op boven ons hoofd en waaieren uit als gordijnen. We weten niet waar we kijken moeten want het is aan alle kanten te zien. Er is nog steeds niet veel kleur in de lucht maar het is zo fel en actief dat we er super enthousiast van worden. Moe van weer een lange, lange avond duiken we het bed in.

Maandagochtend is het alweer een mooie dag, al is er wel veel meer bewolking. Maar de temperatuur is rond de 17 graden dus echt aangenaam. Wie zegt dat wij nooit mooi weer hebben op vakantie? Oh ja dat zijn we zelf. Nou het tegendeel is waar, want voor Lofootse begrippen is het echt schitterend. Tijd om op pad te gaan.

Inmiddels heeft Martijn de lange weg naar het zuiden al zo vaak afgelegd dat hij de bochten als een volleerd coureur weet te snijden. We gaan onderweg naar Nusfjord. Dit is Ă©Ă©n van de oudste en best bewaarde vissersdorpen in Noorwegen. Deze plek is door UNESCO in 1975 aangewezen als proefproject om de traditionele Noorse architectuur te behouden. In de zomermaanden moet je een aardig bedrag neertellen voor dit openluchtmuseum, maar omdat het toeristenseizoen voorbij is loont het niet meer om iemand achter de kassa te zetten. Betekent ook dat niet alles opengesteld is, zoals het kleine museum in de oude levertraan raffinaderij, maar je kunt wel vrij rondlopen door het dorp. Uiteraard moet er ook geluncht worden. Er is een cafeetje met toeristenshop in de oude Landhandel. Je waant je in de jaren 50 als je de kleine woonkamertjes binnenstapt met bankstellen en salontafeltjes uit die tijd. Aan een klein houten tafeltje eten we een lekkere ciabatta met brie, sla, komkommer, paprika en rabarber. Zalig. We hebben leuk uitzicht op het haventje, waar de meeuwen zitten te koeren.

Na de boodschappen voor de komende drie dagen is de middag voor onze ereaders. Die voelen zich namelijk lichtelijk verwaarloosd. Tegen zessen lopen we naar het huisje van onze gastheer en -vrouw. We worden al hartelijk begroet door Eric die buiten de kat aan het begroeten is. Hij heeft de hele dag een groep gegidst. We lopen de trap op het huis in. Alles is nog authentiek uit het jaar kruik. Bettina legt uit dat ze het huis huren van de boer ernaast. Die had eerst de intentie het te verkopen, maar heeft zich bedacht. De twee vakantiehuizen die ze verhuren zijn wel hun eigendom. We lopen de woonkamer in en mogen gelijk aan tafel. Bettina heeft een heerlijke spinazietaart met geitenkaas en wortel gemaakt. We krijgen kleine vispakketjes vol met Skrei (kabeljauw uit de Barentszzee) in een zalige romige saus. We kunnen lekker het versgebakken brood dippen in de saus. Laat ik de zalige salade erbij en de zelfgemaakte pesto van rucola, amandelen en geitenkaas niet vergeten. Iedere dag koken is hier heel ontspannen, maar een keer zo aanschuiven bevalt me ook wel goed. Het gesprek gaat over hun leven hier als Nederlanders tussen de Noren en hoe het gesteld is met de fauna op de Lofoten. Eric kan interessant vertellen. We krijgen nog wat tips mee en keren tegen 9 uur huiswaarts. De aurora app geeft voor vanavond en vannacht een KP-index van 4 tot 6 aan. Dat is sky high om het maar eens toepasselijk uit te drukken. Wel is de lucht bijna geheel bedekt met een flinke wolkenlaag. We duimen tot we een ons wegen.

Tot het rond elf uur ineens begint los te barsten. We vliegen naar boven naar het balkon en kijken ademloos naar de prachtige flarden en gordijnen in groen en rosepaars. Het licht danst en beweegt en we moeten naar zoveel kanten kijken. Het is recht boven ons en aan de horizon. Overal. Wat een schouwspel. Dit is wat ik me voorstelde van het Noorderlicht. Eindelijk! Terwijl we natuurlijk niet mogen klagen omdat we al een paar keer deze afgelopen week activiteit hebben mogen zien. Maar zo mooi als vanavond was het nog niet eerder. Wie weet wordt het iedere dag wel mooier?