martijnenelise.reismee.nl

Haukland beach en Aurora Borealis

Is er toch alweer een week voorbij van dit noordelijke avontuur. Met zulke volle dagen en al die indrukken is het omgevlogen. Vandaag is het zondag rustdag en dat geldt ook voor ons. We hebben zoveel getoerd en gezien de afgelopen week, dat het tijd is om te bezinnen. Dus blijven we lekker rundum Hause. Geen straf want het balkon is heerlijk groot en de zon staat er lekker op te schijnen de hele dag. 

Ik heb op Netflix weer een leuk kostuumdrama uitgekeken op mijn telefoon de afgelopen week. De techniek staat voor niets.  Maar vandaag ben ik toch maar weer begonnen met lezen. ‘De koffie is op’, hoor ik Martijn zeggen. Tja daarvoor moeten we 40 minuten rijden enkele reis. Dat is het enige nadeel hier op deze afgelegen plek. Maar als er nog voldoende thee is, waarom zou je je dan al te druk maken. Ook thee nippend is het uitzicht hier wonderschoon al ken ik koffieverslaafden die dat zullen ontkennen. 

Al mijmerend denk ik weer even terug aan die aalscholver die bijna de hele weg terug naast onze boot meevloog met een duizelingwekkende snelheid. En gisteren schoot een klein hermelijntje de weg op. Het beestje schrok zich een hoedje en begon zigzaggend voor ons uit te rennen. We kwamen terug van een stranddagje aan de andere kant van het eiland. Haukland beach is uitgeroepen tot mooiste strand van Noorwegen. Toen we dat mooie witte zandstrand zagen, ingesloten door groene bergen met op zee voor ons de silhouetten van nog meer bergen en eilanden konden we dat alleen maar beamen. We hadden onze zwemkleding mee, maar het was met 17 graden toch iets te fris naar onze smaak. Toen ik mijn pootjes in de zee stak snapte ik onmiddellijk dat er niemand rondzwom in zee, zo koud. Het was wel een lekker plekje om onze meegebrachte lunch te verorberen. Het was ook een heel mooi fotogeniek plekje (maar ja, waar niet hier) dus werd er weer lustig op los ‘geschoten’ met onze iPhones. Daarna nog even de tunnel door om Uttakleiv (beach) te bekijken. Maar 40 kronen parkeergeld voor een stukje strand wat in de schaduw ligt van de berg waar we doorheen waren gereden vonden we wat gortig. Dus maar weer terug door de tunnel into the sunlight. Over licht gesproken. Gisteravond was het weer raak met het noorderlicht. Dit keer de langverwachte kleur groen gezien al was het nog wel vrij zwak. Heel lang hing er een baan noorderlicht stil in de lucht bewegingloos. In onze jassen stonden we urenlang buiten te turen naar de hemel, want wat als het alsnog zou uitbarsten. Rond half een vielen mijn ogen dicht van vermoeidheid. Zo komt er van uitrusten in je vakantie niet veel terecht natuurlijk. ;-) 

Maar goed dat zat ik me allemaal te bedenken hier zo zittend op het balkon terwijl ik wel een beetje een houten kont krijg. Tijd voor wat actie. We maken een wandeling in de buurt en lopen op goed geluk een landtong op hier in de buurt. Aan het eind staat een klein boothuisje met een steiger. Een smal paadje kronkelt omhoog de steile heuvels op. De grond is hier overal begroeid met een hele dikke laag mos, alsof je over een hoogpolig dik tapijt bovenop een traagschuim matras loopt. Op sommige plekken is het behoorlijk drassig en dan kies je je route zorgvuldig over de grote granieten rotsen. Eenmaal boven kun je aan twee kanten van deze landtong een prachtige baai zien liggen. De rust is ongekend. We zijn nu twee kilometer van de doorgaande weg dus hier hoor je ook geen auto’s. Alleen de wind en de zee die tegen de rotsen slaat. En dan dat uitzicht….. 


Ook vandaag zoals elke dag hier koken we zelf. Dit keer een Szechuan maaltijd. Met pasta kom je nog wel goed weg zonder pakjes en zakjes, maar voor een oosterse maaltijd is een kruidenrekkie wel vereist. Dus er wordt gekookt met pakjes en zakjes. Het plan was vegetarisch, maar er gaat toch een hele kleine hoeveelheid spekjes doorheen die met de speciale marinade een zoet en krokantig laagje krijgen. Een bak groente erbij en dan de saus en kruiden en we kunnen aan tafel. 

Er gaan drie zakdoeken doorheen, want het is me toch een partij heet. Het zweet breekt me aan alle kanten uit. Ik moet gewoon een half uur op het balkon uitdampen, met een rennie in mijn mikkie. Morgen eten we bij Eric en Bettina. Ik ben zo benieuwd wat ze voor ons gaat koken. We laten het jullie hopelijk morgen weer weten!

Een rib uit mijn lijf safari

Donderdagavond reserveren we online een rib-safari voor aankomende zaterdag omdat het dan een prachtig zonnige dag wordt. De bevestiging krijg je zodra er voldoende aanmeldingen zijn voor deze speedy boottocht vanuit Reine. Gelukkig ben ik vrijdag al om half 7 op om om zeven uur een mailtje te zien binnenkomen van de booking company. Of we ook vandaag weg kunnen om 11 uur want er zijn voor zaterdag nog geen andere reserveringen. Ik vlieg de trap op en schudt Martijn wakker…. We moeten nu weg! Ok mijn ‘control issues’ kwamen even boven drijven. We hadden natuurlijk nog 4 uur voor we daar moesten zijn. Trek daar eerst eens 1 uur en 40 minuten rijden vanaf, 20 minuten voor vertrek aanwezig zijn, 30 minuten voor aankleden, ontbijten en spullen pakken en we zijn nog steeds op tijd. Een blik naar buiten vertelt ons dat vandaag ook een prima dag is om op het water te zijn. De zon schijnt als een dolle en er zijn nauwelijks wolken aan de hemel. We gaan vandaag ribje varen!

Eenmaal in Reine wordt al snel duidelijk dat we als enige vreemde eenden meevaren met een bedrijfsuitje van de plaatselijke horeca. Als we ons goed gedragen vandaag, mogen we ook komen werken bij Reine Rorbru . En mogen dan huisjes schoonmaken. We trekken een chagrijnig gezicht en hopen dat ze ons weer vrijlaten na de trip. ;-)

We mogen onszelf in een enorm oncomfortabel (maar wel lekker warm en waterdicht) pak hijsen met ingebouwd reddingsvest. Daaronder hebben we al een paar extra lagen aangetrokken dus als michelin mannetjes lopen we naar de rib-boot. We zitten twee aan twee achter elkaar in een soort paardrij- of jockeyhouding. Dat gaat vast spierpijn opleveren. Ik krijg mijn korte stijve pootjes al amper over het ‘zadel’. Heel rustig varen we de haven uit. Maar als we vervolgens met een gigantische snelheid over het water vliegen zijn al het ongemak van het pak en het zadel vergeten. Zon in je gezicht. Een prachtige kustlijn en opspattend water. We kijken elkaar grijnzend aan. Dit is echt vet gaaf!

Martijn neemt nu even de ‘ganzenveer’ over, want het is tijd voor een lesje feiten en geschiedenis.

Op plekken waar zeearenden op de rotsen zitten stoppen we voor foto’s, het is dan ook een birdwatching safari (onder andere). Volwassen exemplaren van de zeearend halen een spanwijdte van 2,5 meter vertelt de gids ons. Eerst komen we wat losse exemplaren tegen, maar een hoekje om varend vinden we een heel span van een stuk of vijf arenden die een vliegshowtje weggeven. Daarnaast laat de stuurvrouw ons een paar plaatsen zien waar vroegah welvarende vissersdorpjes waren. Deze verlaten dorpjes kun je alleen nog enigszins herkennen aan stenen funderingen van de verder houten huizen. De huizen zelf zijn afgebroken en in andere dorpen op de Lofoten weer opgebouwd. Dat is pas verhuizen! Inboedeltje én je huis op de boot naar je nieuwe stek. Het was ook goedkoper om het zo te doen, omdat op de Lofoten voor de jaren 70 helemaal geen bomen groeiden. Die zijn toen aangeplant. Maar stenen huizen vonden ze isolatie-technisch vroeger geen optie. Hout kwam van ver en was dus duur.

Ander leuk onderdeel van deze ribbetjestocht is het feit dat we de “Moskstraumen” oversteken. Dit is een getijdenstroom in het zuiden van de Lofoten tussen Moskenes en het eiland Værøy. Deze stroom is de sterkste maalstroom in open water ter wereld. Spectaculair dus. Er schijnt er ergens anders 1 te zijn die nog sterker is, maar die zit opgesloten tussen land wat vergelijken onmogelijk maakt. Wie alle ins en outs wil weten kan hier wat lezen: Wikipedia. In het kort is dit een ondieper deel van de omliggende zee waar zich (hele grote) kolken in kunnen ontwikkelen. De eilandengroep loopt simpel gezegd noord-zuid en ook onder water lopen deze ‘bergen’ door. Vandaar dat het hier slechts 5 a 10 tot zo’n 50 meter diep is. Buiten de maalstroom gaat dat richting de paar honderd. Leuk detail is dat de meest gebruikte naam voor deze plek “Maelstrom” is en uit het Nederlands komt. Mael = malen en strom = stromen. Dit gecombineerde woord komt weer van Edgar Alan Poe die een kort verhaal schreef “A Descent into the Maelström”.

Good to know. Maar voor nu genoeg feitjes!

De Maelstrom overgestoken met wat spectaculaire jumps uit het water, komen we bij diverse onbewoonde eilandjes aan. Er staat alleen een klein vissershuisje, mocht iemand hier stranden, maar verder is het hier het domein van allerlei vogels zoals Aalscholvers, Jan van Genten, Papegaaiduikers, Eiders en Zeearenden. Lekker om even rustig aan te dobberen voordat we weer vol gas terug gaan. We stoppen nog even in een beschut baaitje waar nog zo’n vissersdorp vroeger stond en daarna scheurt de schipperin ons in 1 streep terug naar de haven. Een superleuke ervaring rijker lunchen we nog ff lekker op een terrasje in de stralende zon. We hebben op de weg terug naar ons huisje ook nog tijd voor een strandwandeling over het parelwitte strand van Ramberg.

’s Avonds maken we een heerlijke pasta en als we tijdens het eten naar buiten kijken zien we in onze achtertuin een van die prachtige bergen met een spitse punt baden in het goudkleurige avondlicht terwijl wolken er langzaam overheen kruipen. Een waanzinnig mooi gezicht.

Henningsvaer

We hebben ons vandaag ingesteld op een bewolkte dag, maar tot onze grote verbazing is het de hele dag vrij zonnig met een temperatuur van 16 graden.

In mijn veel te dikke wandelbroek pel ik een paar bovenlagen van mij af op het gezellige terras, terwijl Martijn voor ons koffie, thee en een paar heerlijk zoete broodjes scoort. Naast ons zitten hippe jonge mensen te vertellen over hun hike-ervaringen. Onverschrokken vrouwen in felgekleurde wandelbroeken met van die stukken erop. Met zelfgebreide mutsen en sokken. Die gewoon aan een rots hangen met 2 vingers en een linkerteen. Ik luister stiekem mee. Ze hebben al aardig wat bergen beklommen hier in de omgeving terwijl wij niet verder komen dan de trap van dit kleine cafeetje.

Het valt ons op dat de Noren allemaal even vriendelijk zijn. Zowel in Oslo als hier op de Lofoten. Tijdens onze vorige vakantie in Noorwegen, waren de meesten vrij stug.

We zijn overigens in Henningsvaer. Het stadje waar we al de hele week aan de overkant van de baai naar kijken. Het blijkt een gezellig plaatsje. Misschien kennen jullie het wel van die beroemde luchtfoto’s met dat voetbalveld aan het eind met rondom water. Moet je maar eens googelen. Na een uurtje in de zon op het terras, wandelen we naar dit beroemde sportveld van kunstgras en verder tot aan de vuurtoren. Vanaf dit hoger gelegen punt heb je een weids uitzicht over de zonnige baai met prachtige wolkenpartijen.

Het is echt leuk om hier foto’s te maken, al valt het vastleggen van al het fraais niet mee. Soms staat de zon aan de verkeerde kant en heb je ongewild tegenlicht of hij is net even weg naar de bakker ofzo. En wat er zo mooi uit ziet voor het blote oog is twee dimensionaal vastgelegd ontzettend saai. Toch maken we best een paar leuke kleurrijke foto’s.

Om 3 uur zijn we weer terug in ons huisje om even te relaxen. Straks bakken we een paar zalige omeletten gevuld met groenten en kaas en een frisse salade en dan niet al te laat naar bed want al dat opblijven voor het noorderlicht breekt een beetje op. De komende nacht is de kans zeer klein, maar zaterdag en volgende week is de kans behoorlijk groot. Vingers gekruist! Gisteravond appte Eric trouwens nog dat er een walrus op het strand van Utakleiv lag. Gaaf! Maar om daar nou om 2200 uur ’s avonds nog naartoe te rijden een uur heen en een uur terug…. Volgens Eric zou ie er de volgende dag nog wel liggen, maar een uurtje later appte hij dat ie was weggezwommen. Ze zijn zo onbetrouwbaar als de pest, die walrussen.

Het noorderlicht en zeg eens Å

Het is 2300 uur als we ineens allebei een witte baan in de verder heldere sterrenhemel zien verschijnen. Zo begint het volgens mij heb ik ergens gelezen. We trekken gauw onze winterjassen aan en snellen naar buiten. De baan wordt steeds dikker en feller. Dan beginnen er andere banen te verschijnen en flarden die een danspoging doen. Alles is wit van kleur. De stroken beginnen aan de horizon gaan recht over ons huis en verdwijnen achter de berg. We proberen het te vangen in onze mobieltjes, maar die blijven gewoon zwart. Dan maar blijven kijken naar dit bijzondere schouwspel. Het is wel erg wit he. Zou het wel het noorderlicht zijn? Ja wat moet het anders zijn? Maar waar zijn dan die groene en soms zelfs roze en paarse kleuren? Ik zie ook geen gordijnen. Ja soms een heel klein beetje. De sterren zijn enorm helder vannacht. Een greep uit onze conversatie van gisteravond. Na een uur wordt het licht minder fel en zijn onze nekken verkrampt. Tijd om naar bed te gaan. Inmiddels heeft Eric ons ook geappt om 2300 uur dat er een lichte baan boven het dorp hangt met een grote kans op Noorderlicht.

De volgende ochtend vraag ik voorzichtig wat we gisteren nu gezien hebben. Het blijkt een heel matig noorderlicht te zijn geweest. We worden volgens Eric vast nog wel een keer beloond met mooie kleuren. Martijn heeft inmiddels met wat fotobewerking een foto dusdanig op kunnen lichten dat het noorderlicht er toch op te zien is. Op camera schijnt het sowieso veel feller van kleur te zijn. Alleen zoals het op de foto staat zo hebben wij het niet gezien. Voor het blote oog was alles wit als nevel.

Dan is het tijd om te vertrekken naar Ballstad, maar als het steeds mooier weer wordt besluiten we toch maar het volgens velen mooiste stuk van de Lofoten te gaan rijden. Het begint wel een beetje een ouwelullen vakantie te worden, want door de relatief lange afstanden en de vele mooie plekjes waar je wilt stoppen komt er niet veel van wandelen. Al zullen sommigen van jullie dat ook een ouwelullen vakantie vinden, zo’n wandelvakantie. Enfin, het toeren in deze contreien is echt geen straf. We passeren vissersdorpjes en rijden langs hoge bergen over bruggen en door tunnels om uiteindelijk te belanden bij een heel leuk visrestaurantje. We nemen een kaneelbroodje en besluiten hier ’s middags weer terug te komen voor de vis, want het is nog een beetje vroeg naar onze smaak. Eerst maar eens naar Å rijden. Je spreekt het uit als uh…. Nee ik ben het niet vergeten, zo spreek je het dus uit: Uh. Daar eindigt de weg en kun je alleen nog te voet verder. We klauteren een flink eind de rotsen op voor een mooi uitzicht over het stadje de zee en de bergen. Op de weg terug stoppen we in Reine voor een paar mooie foto’s van de haven en Rorbru (kleine vissershuisjes) aan het water. De smid in Sund, een dorp verderop, moet een echt leuke vent zijn die prachtige kunstwerken maakt die overal ter wereld te vinden zijn. In paleizen, het Pentagon en het Kremlin. Helaas is hij gesloten na 31 augustus. Verdrietig rijden we weer terug. Dan rent er ineens een man uit een loods onze kant op. Hij komt als een dolle achter ons aan dus we stoppen maar, want de paniek spat ervan af. Raampje open: ‘heb je een vuurtje?’ vraagt hij, zijn sigaret uitstekend. Uh (komen we net vandaan) nee helaas. Wat een paniek om niet te kunnen roken. Hahaha.

Onze volgende stop is Anita’s fish restaurant. Ze herkent ons nog. We bestellen een visburger en crèmige vissoep en gaan bij het raam zitten met een fantastisch uitzicht op de bergen de fjord en en de haven. Als we al kletsend teruglopen trek ik het autoportier open en wil alle rommel die ineens op de passagiersstoel ligt wegschuiven tot ik nog eens goed kijk en er een vrouw achter het stuur zit. Die luidkeels begint te lachen. Wat een mix-up! Martijn stond met een dikke grijns bij haar portier en had het ook niet gelijk door. Dezelfde kleur auto maar een totaal ander merk. We hebben er vreselijk veel lol om alle drie.

Even later zitten we weer in onze eigen Suzuki en rijden in de avondzon terug naar huis. De gehele kustlijn en horizon is tot waar het oog reikt gevuld met de blauwgekleurde bergketens van het vaste land van Noorwegen. Op de voorgrond kabbelt het almaar rustig rimpelende water in een gouden gloed. En dan die stilte.

De dag eindigt met een glaasje rabarber cider in de zon op ons balkon. We zijn weer een paar herinneringen rijker.

Regenbogen en appelpruimentaart

Fris en fruitig springt Martijn vanuit bed in zijn hardloop outfit en rent 20 minuten over de weg langs ons huis. Heen en terug, want er zijn hier nauwelijks wegen op de Lofoten. Alleen wat hoofdverbindingswegen. Tijdens zijn afwezigheid maak ik een havermoutpapje en plannen voor vandaag.

Als we wegrijden uit Moberg schijnt de zon nog vrolijk op ons huis, maar na een paar kilometer wordt de lucht steeds donkerder en ineens barst de hemel open. De eerste regenboog is in volle glorie te zien. Er volgen er nog meerdere vandaag want het blijft dit wisselvallige weer. Ik hou van regenbogen. Ze zijn echt prachtig, maar moeilijk in een beeld te vatten.

Vandaag moest ik af en toe echt even mijn mond dichtduwen omdat deze na elke bocht openviel van verbazing over zoveel landschappelijk schoon. Piek na piek na piek oprijzend uit de zee omzoomd door smalle stroken grasland waarin de kleine houten huizen in die typisch Noorse kleuren heerlijk lijken weg te zinken. De herfstkleuren laten zich al voorzichtig zien in struiken met rode bessen en scharlakenrode mossen.

Het is maar goed dat we water, crackers en kaas mee hebben, want er is nergens een koffietentje te vinden. Ons eerste reisdoel is het plaatsje Hov op Gimsøya. Daar lopen we langs een klein haventje over een pier en schieten wat foto’s. Het volgende reisdoel is Kvalnes. De weg ernaar toe is prachtig, maar in Kvalnes is verder niets te beleven dus tijd voor onze crackertjes. Wel zien we een prachtige zeearend voorbijvliegen. We vervolgen de rit naar Eggum, waar een dicht café staat aan een breed kiezelstrand…nou ja kiezels. Het zijn enorme keien. Een pad langs de kust voert helemaal tot aan het strand waar we gisteren waren. Na 800 meter staat een prachtig beeldhouwwerk van een hoofd op een sokkel uitkijkend over zee. Als je echter het beeld voorbij loopt zie je ineens een heel ander beeld. Onvoorstelbaar knap gemaakt. Maar ik verklap niet wat je dan te zien krijgt, want dat moet je natuurlijk zelf gaan bekijken ooit.

Om 1400 uur ’s middags hebben we toch nog een cafeetje gevonden. Een Nederlandse geitenboer heeft een biologische kaasmakerij en koffietentje geopend en daar strijken we neer. Onder het genot van een koffie, een enorme pot kruidenthee en twee enorme punten appelpruimentaart genieten we van het uitzicht. Een lekker geitenkaasje met zeewier is al snel gekocht en dan is het tijd om naar huis te gaan.

Tinus mag vandaag koken. Er staat zuurkool met spekjes op het menu. Hoe teleurstellend is het dan als de zuurkool niet verder komt dan zoetkool zodat je bij elke hap in verwarring bent. Wat eet ik nu eigenlijk?

We zijn klaar voor vanavond…zou het nu eindelijk gaan gebeuren?

Unstad surfstrand en het Vikingmuseum

Het is eindelijk droog en tijd om op pad te gaan. Onze Suzuki Swift is een 4x4, maar dat is slechts bij naam, want ik zou dus met dit gebakje geen ruig terrein op durven rijden. Niet dat dat nodig is, want de wegen zijn prima. ‘Jij durft sowieso niet te rijden dus wat nou?’ hoor ik enkelen van jullie hardop denken….

Met een vaartje van 60 of 80 km per uur slingeren we door het constant veranderende landschap. Water soms links soms rechts van ons en altijd geflankeerd door ruige bergtoppen. Wat gaaf dat we hier 2 weken kunnen rondtoeren.

De wind is nogal fanatiek aan het werk om onze oren te teisteren. Echt een dag voor het Vikingmuseum. Een Long house herbergt een interactief museum waar Noormannen houtbewerken en Noorvrouwen in een weefgetouw hangen. Je mag alles aanraken (behalve de Noormannen en vrouwen) en jezelf verkleden voor een picture perfect. We zijn er wel voor te porren. Heerlijk die muf ruikende wollen gewaden. Mijn vingers ruiken er de hele dag nog naar ondanks veel zeep en water.

Een wandeling naar een paar Vikingschepen en een klein openluchtmuseum en dan is er wel weer voldoende cultuur gesnoven en muffe lucht niet te vergeten.

Op naar Unstad, het Arctic surf centrum, waar misschien wel een paar coole dudes aan het surfen zijn. Via een doodenge pikdonkere tunnel die zo smal gemaakt is met afzetting dat er op het overgrote deel maar 1 auto door kan, rijden we naar het eerste brede strand. Geen surfer te bekennen. Nee die zijn ook niet gek met windkracht 7 op je bakkes.

Even een paar foto’s schieten van dit fraaie natuurschoon en door de verrekijker loeren naar de ruige zee én door… want nog steeds is er die wind.

Op de terugweg rijden we door het grotere plaatsje Leknes voor wat inkopen. Geen vermelding waardig overigens. Via de kustweg toeren we terug naar ons vakantiehuis. De zon is gaan schijnen en wat krijg je als je mooie wolkenluchten, eilandjes voor de kust, felgroene bergen en een diepblauwe zee samenvoegt? Een mooie foto! Juist ja.

Dus er wordt af en toe gestopt.

Thuis zit een vrolijk kwikstaartje op het balkon tegen ons aan te kwetteren. Steeds met z’n koppie schuin ons aankijkend. We hebben een huisdiertje!

Martijn en ik flansen samen een kip tikka massala in elkaar met sla. De aubergine die maar niet zacht werd in de oven mocht uiteindelijk de binnenkant van de biobak bewonderen. Verder was het prima te eten.

Zeker de eerste dagen van de vakantie stort ik vaak vroeg in de avond in en rol dan zo mijn bedje in. Uiteraard na een laatste blik op de lucht. Vandaag komt er vast geen noorderlicht met al die bewolking was mijn overtuiging. Tja en dan zie je ’s ochtends op je telefoon een berichtje staan van Eric, vrij laat op de avond verstuurd, dat er wel degelijk activiteit in de lucht was. Ik denk dat ik dinsdagmiddag even een middagslaapje ga doen.

Lofoten

Dag 1 Thuis – Oslo

Wij hebben aardige buren. De buurman heeft ons zaterdagmorgen naar het station gebracht. Uurtje trein en hoppa, je stapt uit onder Schiphol. De mallemolen van een luchthaven door en uiteindelijk eind van de middag landen we in Oslo. Het overnachtingshotel is maar een paar minuutjes lopen dus dat is ook fijn.

Na lang wikken en wegen besluiten we hier maar iets te eten. Zo… ff wennen (weer) dat we in Noorwegen zijn! Hamburgertje friet NOK 235,-. Biertje NOK 89,- vanaf…. Maar goed, dat wisten we! Elise heeft nog een crowdfundingspoging ondernomen op Instagram, de bedragen stromen binnen. We kunnen bijna weer op vakantie! ;-)

Morgenochtend vliegen we door met een binnenlandse vlucht naar Svolvaer, waar we onze huurauto oppikken en gaan inchecken in een superleuk vakantiehuis. Dit wordt ons huis en uitvalsbasis voor de komende 2 weken.

Dag 2 Oslo - Svolvaer

Ik sta te grijnzen van oor tot oor want mijn haar vliegt bijna van mijn hoofd en mijn jas is binnen no time doorweekt door de miezerregen terwijl ik net uitgestapt ben uit een piepklein propellervliegtuig, die ons zojuist veilig heeft laten landen in dit vreselijke weer op een evenzo piepkleine luchthaven op de Lofoten. Het was even een onderneming om hier boven de poolcirkel te belanden, maar de inspanning loont.

Wat heerlijk om hier te zijn en wat is het ongelooflijk hilarisch slecht weer. Even nog gauw wat boodschappen voor de komende 4 dagen doen en dan door naar ons huis.

Lang leve de hbo-opleiding van Martijn die ervoor zorgt dat we dit jaar alweer op vakantie zijn. We hebben alle vrije tijd tussen de studievakken door volgeboekt met reisjes ter compensatie van zijn afschuwelijk zware geploeter naast een 40-urige werkweek. Voor mij ook erg zwaar natuurlijk. Ik moet ook bijtanken ;-)

Maar terug naar de Lofoten. We worden heel hartelijk ontvangen door onze gastheer en gastvrouw Eric en Bettina. We krijgen een tour door het huis en een paar goede tips over de eilanden. Volgens Eric is de kans ontzettend groot dat we de komende weken noorderlicht gaan zien. Afgelopen weekend was het in ieder geval al wel raak. Vanavond met dit bar en boze weer gaat dat echter niet lukken dus kruipen we na een paar lekkere wraps gevuld met groente, gehakt en tacosaus op de bank met een boekje. Ik mis mijn lade met > 40 soorten kruiden, maar het smaakt stukken beter dan die vreselijke burgers in Oslo.

Maandagochtend zouden we gaan hardlopen, maar het waait zo’n 50 tot 70 km per uur en de lucht is nog steeds grijs en grauw. Dan maar lekker ontbijten. Ik wil Martijn verrassen met een heerlijk havermoutpapje, maar als ik het pak melk uitschenk zie ik al snel…dit is karnemelk. Gelukkig bieden een pakje crackers met jam en kaas uitkomst. Best lastig die Noorse taal.

Een dagje alleen

De boeren hier zijn flink aan het hooien en inmiddels kraakt en piept mijn stem en is de vermoeidheid flink toegeslagen. Ondanks de neusspray en antihistamine heb ik flink last van hooikoorts.

Maar het is hier te mooi om niet te genieten midden in de natuur. Dus we gaan op pad. Een wandeling met 960 hoogtemeters en ik geloof 11 km totaal. Dat is geen kattenpis. Vandaag is de lucht blauw dus schijnt de zon genadeloos op onze bolletjes. We lopen op een forstweg en dat loopt vrij makkelijk de gestage klim daargelaten. Onderweg kruist het pad een doorsteek, maar die is vrij smal en steil en bezaaid met rotsen. We laten dit pad dan ook rechts liggen. Echter na anderhalve km is er geen ontkomen aan. Ons heerlijk brede wandelpad verdwijnt het bos in en is prachtig bruin en verend door alle dennennaalden. De enorme sparrentakken buigen zich over de route. Ik loop zo’n 20 meter omhoog en zie dat deze route met boomwortels die omhoogsteken nogal wat energie en balans vereist en verderop steeds smaller wordt. Ik kijk vertwijfeld naar Martijn. Dit gaat um niet worden. Wat nu? ‘Ik ga terug, maar jij wilt vast verder?’ Gelukkig beaamt Martijn dit. Er is niet echt een goed alternatief om onze tijd te spenderen in dit dal dan wandelen en alles vereist hier veel uithoudingsvermogen. ‘Wat ga jij doen?’ vraagt Martijn. ‘Ach een beetje lezen, ik vermaak me wel’, is mijn antwoord. Ik krijg de sleutel van onze kamer overhandigd en zwaai Martijn uit terwijl hij al snel wordt opgeslokt door de natuur.

De weg terug gaat als een speer. Ik drink nog wat uit de waterbron onderweg en besef dat mijn e-reader nog in zijn rugzak zit. Ik app snel naar Martijn: niet stiekem mijn boek uitlezen onderweg! En nu zit ik hier heerlijk op het terras te typelen en te genieten van een kopje groene thee. Martijn redt zich wel en ik ga met mijn leesbrilletje op maar eens op zoek naar een boek op de laptop en anders staar ik de komende uren naar de bergen. Nu kan het nog.

Het smalle pad wat Elise beschrijft loop een aardig stukje door een naaldbos. Ik kijk nog even achterom maar na een aantal stappen is Elise al niet meer te zien. Het pad gaat hard omhoog en wordt inderdaad smal. Dan ineens loop ik het bos uit en sta op een alm. Een steil ding met een boerderijtje en nog een schuur, de Guggenberg. Op een bord staat dat hier een meubelmakerij in zit. Ik zie helemaal geen mensch. Eigenlijk de hele wandeltocht niet. Het is hier dusdanig rustig dat ik op het hele traject van 4,5 uur 4 mensen ben tegengekomen, waarvan 1 mountainbiker. Enfin, voorbij de boerderij annex meubelmakerij zie ik de route zo weer verder omhoog de berg op verdwijnen. Klimmen en klauteren maar weer. Na een stuk lage bosjes en boompjes kom ik in een donkerder stukje bos. Het pad blijft evenwel net zo steil. Gelukkig maar dat al mijn voorgangers in de loop der jaren hier en daar een soort traptreden hebben uitgelopen. Anders had het handen en voetenwerk geworden. Na dit inspannende stuk kom ik op de volgende alm. Ondanks dat de wandelpaden vaak smal, sterk hellend of avontuurlijk zijn, is het eigenlijk één groot agrarisch gebied. Pas bijna bovenaan kom je op stukken die wat minder gecultiveerd zijn. En de stukken bos natuurlijk die overal tussen zijn blijven staan.

Na bij elkaar 2,5 uur min of meer rechtdoor omhoog de berg op kom ik op de Samalm. Deze ligt op 1966 meter en is het ‘eindpunt’ van de rondwandeling. Ja die is leuk he. Het verste punt dan, of het hoogste. In een paar minuten loop ik naar het echte topje toe en verwonder me wederom over het prachtige uitzicht wat je hier hebt. Rondom bergen met heerlijk weer en zowaar 2 wandelaars die vanuit Tüffbad, een ander dorpje, de reis gemaakt hebben. Ze hebben me van alles verteld, maar met zo’n zwaar accent dat ik er eigenlijk niets van gesnapt heb. Vriendelijk ja knikken en een beetje meelachen does the trick.

Ik heb nog energie genoeg over en na de waterfles te hebben leeg gelurkt en het maken van nog een paar foto’s voor het thuisfront besluit ik gelijk weer de route te vervolgen. De terugreis gaat over een ander pad, via de Klammwiese, terug naar Maria Luggau. Lekker zeg, even naar beneden lopen. En deze route is ook, zeker het eerste deel, een stuk minder hellend. Je stuift zomaar naar beneden min of meer. Het landschap blijft heerlijk afwisselend en binnen twee uurtjes sta ik weer beneden. Onderweg geen enkele andere wandelaar. Die zullen allemaal wel spannendere wandelingen op het programma hebben. Alleen een aantal boeren die met hun land bezig zijn kom ik tegen, op afstand. De wandelpaden lopen hier niet door hun weilanden heen, maar juist door allerlei stukken natuur tussendoor.

Beneden aangekomen bekijk ik de tracker en zie dat ik ruim 900 meter omhoog en weer omlaag ben gewandeld. Afgerond 1 kilometer. Ik vind het een prima prestatie. Ik plof neer op het terras en app Elise dat ik er weer ben. Zij mag lekker foto’s kijken terwijl ik wat te Jausen neem en een groot glas Weizen dazu. Proost.