martijnenelise.reismee.nl

Obertilliach

Dinsdag

We zijn weer redelijk bijtijds uit de veren en sloffen naar beneden voor een uitgebreid ontbijtbuffet. Jaja, het is afzien zo’n vakantie. We pakken ook altijd een lekker glas Ingwerwasser mee, ofwel gember water. Word je lekker wakker van. Je kan ook water pakken waarin een stapel edelstenen of zoiets ligt. Dit zou ook allerlei heilzame werkingen hebben. Ik vind het vooral aquarium achtig, maar het staat leuk.

Aangezien we zien dat er ’s avonds een Bauernbuffet op het program staat moet er echt wel weer wat bewogen worden. Boeren betekent stevig en voedzaam eten. Ze brengen er hier wel wat meer verfijning in aan dan in Duitsland, maar je krijgt er vast wel een idee bij.

Dus, we gaan naar Obertilliach met de benenwagen. Dit dorp ligt een kilometer of 12 verderop en hogerop. We lopen een route die grotendeel de beek, de Gail, volgt en die door het hele dal stroomt. We gaan gestaag heuveltje op. Het is een route die lekker wegloopt en best divers is. Het enige wat minder is aan onderin het dal lopen…. Je hebt wat minder uitzicht op de grote jongens om je heen. Maar bos en wei en houtzagerijen zijn ook mooi! En de gehele route vertrouwd vergezeld worden door het geluid van de snelstromende rivier is best rustgevend. Eenmaal aangekomen in Obertilliach bekijken we nog even als goede toeristen de plaatselijke kerk en stappen daarna op de bus terug naar Maria Luggau. De buschauffeur zet ons recht tegenover ons hotel uit de bus en wij gaan nog ff lekker jausen.

Woensdag

Het weer wordt alsmaar beter. Duh, zullen jullie in die Niederlände denken… het is al zeker twee maanden afgrijselijk mooi weer, maar hier in Oostenrijk was dat iets minder vanzelfsprekend. Niet dat we het slecht hebben overall, maar we hebben naast zon ook de donder door het dal horen daveren en lekker natte pannetjes gehad. Maar het kwik loopt hier nu ook gestaag op en het aantal zonuren neemt lekker toe. De boeren vinden dat ook leuk en overal in het dorp worden stukken hooiland gemaaid om te drogen.

We gaan vandaag weer naar Obertilliach. Te voet? Nee. De bus? Nee. Gewoon met de auto rijden we naar de bergbahn. Deze gaat ons voor een schamele 14 euro per persoon naar boven brengen en als we de kaartjes niet verliezen, ook weer terug. We hebben ons niet heel erg verdiept in wat daar boven allemaal te doen is, behalve dan dat er een restaurant is en dat je allerlei wandelmogelijkheden hebt van ‘oma safe’ tot klettersteig.

Als je beneden staat heb je ook niet zo het idee dat die gondel nou zo’n eind gaat. We zijn zo boven denken we. Maar als we hoger en hoger gaan wordt de wereld beneden toch wel steeds kleiner. Het uitzicht wordt ook steeds interessanter. Jemig, hier is het echt wel heel mooi vinden wij als we boven uitstappen en gelijk een bak koffie pakken op het panoramaterras van eerdergenoemd restaurant bovenaan de lift.

We beginnen maar met wandelen gewoon het pad uit wat de meeste mensen volgen. Het eerste stuk blijkt een breed pad, kindvriendelijk, met allerlei speel en knutseltoestanden. Je komt langs een meertje en dan langs nog een meertje terwijl je gestaag omhoogloopt met achter elke bocht weer een nieuw uitzicht op enorme bergketens.

Zien we aan de ene kant de Italiaanse alpen en dolomieten verrijzen. Aan de andere kant zien we de Hohe Tauern met de hoogste berg van Oostenrijk, de Großglockner (3798 meter)in de verte liggen. En voor en achter je de rits bergen waar je eigenlijk op loopt soort van. Snap je? Het uitzicht is werkelijk waanzinnig en ook de bloemenzeeën overal helpen mee aan dit idyllisch stukje Oostenrijk. Je herkent trouwens uiteraard ook heel goed de pistes die hier ’s winters liggen. Altijd grappig.

Het einddoel van ons tochtje is de top van een berg; de Golzentipp die zo’n 2400 meter hoog is. Deze heeft van één kant een heel goed aan te lopen pad omhoog om de top te bereiken. Uiteraard staat er een heel groot kruis precies op de top zoals het een echte bergtop betaamt. Ook staan er wat informatieborden die vooral laten zien waar je, als je om je heen kijkt, nou eigenlijk naar kijkt. Bovenop is het waaien. 1 meter lager heerlijk in het zonnetje zitten. Iedereen zet iedereen op de foto, dus ook ons, en zo kan Jeroen ons tenminste een ANWB-stelletje noemen. Had ik al gezegd dat het uitzicht waanzinnig mooi is?

Misschien dat Elise hier nog iets over kwijt wil, ik ga het haar zo vragen.

Terug van de wandeling gaan we nog ff lekker op het terras zitten en bestellen wat te eten. Er is zowaar livemuziek van een echte Oostenrijkse alleskunner. Of nou ja, soort van ‘kunner’ met zijn panfluit en gitaar. Het terras zit ook lekker gezellig vol en iedereen lijkt het naar het zin te hebben. Er is zelfs een stel wat gaat stijldansen. Die hebben een schnapsje te veel op misschien?

Terug beneden tuffen we in de auto naar ons hotel en vinden dat we toch wel een topdagje zo gehad hebben met zeker weer 9 km in de benen. We kopen wat souvenirs in voor het thuisfront, want onze buren dichtbij en wat verder weg zorgen voor onze plantjes binnen en buiten. Ook branden we een extra dikke kaars in de kerk voor een gezinnetje thuis die het heel hard nodig hebben. En er is ons verzekerd dat het echt een vet dikke kaars moest zijn.

Montag ruhetag mühletag

Tenminste, voor ons wel een beetje. We hebben besloten het een dagje extra rustig aan te doen. Beetje uitslapen, gemakje ontbijten, beetje boekje lezen en aanrommelen. Dan eens even bij de mühlen kijken waar het dorp Maria Luggau onder andere zo bekend om is. Dan een beetje Jausen. Elise gaat nog even dampfen in de sauna terwijl ik lekker zit te lezen. En tot slot een beetje dineren met vier gangetjes. Goh, het lijkt wel vakantie!

Over die molens. Het Lesachtal staat onder andere bekend als het dal van de 100 molens. Eigenlijk waren het er veel meer, maar dit klinkt blijkbaar goed. Er stonden er in de hoogtijdagen geloof ik bijna 200. Nu zijn er in dit dorp nog vijf molens over die boven elkaar staan langs de Mühlenweg. Gerestaureerd, werkend en alle privébezit van lokale boeren. Ze worden ook nog volop gebruikt om het lokale graan te malen, lijnzaad te persen en nog wat leuke dingen. Het brood wat van het meel wordt gemaakt kun je kopen bij de Bauernladen, beneden in het dorp.

De Mühlenweg is niet echt een weg, maar meer een strook grasland direct naast de beek steil omhoog richting berg. Bovenin wordt water van de beek omgeleid richting de bovenste molen. Via houten open buizen wordt dit naar het dak van de molen geleid waar het naar beneden valt op een schoep. Vervolgens wordt dit water weer verder geleid omlaag naar de volgende molen, en zo gaat het door. Als de schoep stil moet staan schuift de molenaar een hendel om en zwenkt de watertoevoer een stukje om zodat het water langs het rad stroomt i.p.v. erop. Bekijk de foto’s zou ik zeggen.

Er is een mini museumpje ingericht met de spullen die toentertijd gebruikt werden. Er is een molen open die vrolijk graan aan het malen is waar het heerlijk naar meel ruikt. Bovenaan het pad kun je in een oude schuur een nog oudere film over ‘hoe het er vroeger aan toe ging’ zien. Die oude manier van werken is hier vrij lang gebezigd voordat de elektriciteit haar intrede deed. Vandaar de film. Best wel leuk om te zien, die inventiviteit. Er werden complete kabelbanen door deze waterkracht aangedreven zodat spullen lichter omhoog naar de boerderij gehaald konden worden of juist mest vanuit de stallen makkelijker over het land konden worden uitgespreid.

Zelfs ploegen op steile hellingen werd mogelijk en stukken lichter omdat de waterkracht de ploegen ‘omhoogtrok’ terwijl de boer erachter liep. En we hebben hier gewandeld dus ik kan je verzekeren, je wilt hier niet in je uppie een handploeg de helling op ploegen ;-)

Lieve mensen

Voor de rugzaktoeristen die thuis met ons meereizen:

Reizen is zalig maar de wetenschap dat ik lieve vrienden en familie heb die meereizen en meebeleven is minstens zo waardevol. Ik ben een beetje sentimenteel deze 4,5 uur durende tocht door de bergen. Al dat natuurschoon.......

Brede forstwegen domineren de wandeling. Die in een saai landschap doen verlangen naar kleine kronkelpaadjes maar hier waar je je ogen wilt laten strelen door de hoge bergtoppen ben je blij dat je niet steeds op hoeft te letten waar je loopt.

Qua flora worden we ontzettend verwend. De fauna onderweg bestaat uit twee koeien, een kikkertje, een dode slang en twee dode mollen. De vogels en talloze vlinders en andere insecten uiteraard niet meegerekend.

Je bent hier alleen met je gedachten.

Terwijl ik zo intens geniet hoe mooi het hier is denk ik aan thuis. Aan dat lieve kleine nichtje dat twee weken geleden is geboren. Zo’n klein mensje dat helemaal aan het begin van haar leven staat. Ze heeft -en daar ben ik nog steeds zo door geroerd- mijn naam gekregen. Niké Elise. Zal ze later net als ik ook zo genieten van de rust en de almen in de bergen vol bloemen. Of gaat ze houden van zand, zee, strand, zon en volle terrassen en gezelligheid?

Zo bijzonder hoe elk wezen weer een volkomen uniek mens wordt. Net zo uniek als mijn lieve man die soms voor me uit loopt en me liefdevol uitlacht als ik weer een paar tranen uit mijn ogen voel rollen van ontroering. En die blij wordt omdat hij weer iets ontdekt heeft bij het fotograferen en mij dit uitvoerig gaat uitleggen. En af en toe die grote armen om me heen slaat en me liefdevol aankijkt. Ik zou dit grote genieten met niemand anders willen delen dan met jou Martijn.

Uiteraard wil ik de idylle wel verstoren voor jullie lezers, want er is geen yin zonder yang.

Ik kan jullie wel even schetsen hoe ik aan het eind van deze wandeltocht over dit keer wel kronkelende paadjes het dal in strompel met pijnlijke voeten en zere heupen en inmiddels geen oog meer heb voor die prachtige snelstromende rivier de Gail die we oversteken. Moedeloos kijk ik omhoog naar de kerk waar ik naartoe moet navigeren door de brandende zon. Au au elke stap doet zeer. Wat is het nog ver. ‘Ik kan niet meer ik stop ermee’. En wederom word ik uitgelachen.

Gelukkig is er dan uiteindelijk op het terras in de schaduw weer eten dat me uit mijn lijden verlost. Een grote kwarkpunt met vruchten. Want ik hou van de natuur, van mensen, maar God wat hou ik van eten!

Lesachtal

Zaterdagavond...

Lekker weggekropen tussen de donzen kussens lig ik onder mijn dekbedje te luisteren naar de forse regenbui.  Het rommelt al enige tijd tussen de bergen. Ik vind het altijd iets intiems hebben om in het schemerlicht behaaglijk binnen te zitten terwijl het dondert en bliksemt buiten. Ik deed een poging om wat te lezen terwijl Martijn de wandelkaart bestudeert. Hij mompelt af en toe iets tegen me, maar ik ben heel ver weg met mijn gedachten. Ook het boek houdt mijn aandacht niet vast, terwijl er nu een rete spannende scene gaande is in ‘Het Puttertje’ van Donna Tart. Ik ben er al weken in aan het lezen, maar ik vlot nog niet erg. Deze sluimertoestand waarin ik me verkeer komt vast door de afgelopen uren…. 

Toen we vanmorgen opstonden was het nog lekker zomerweer. De rit naar het Lesachtal in Oostenrijk duurt al met al 4 uur. Wat een bijzondere route. Zodra we de snelweg afrijden is het gedaan met de zo bekende goed geasfalteerde wegen. De smalle weg is behoorlijk aangetast door de strenge winters en in ons koekblikje worden we flink door elkaar gehusseld. Dwars door Alpenland en kleine verstilde dorpjes via talloze spaarheldbochten. Het begint ineens flink te regenen. De temperatuur daalt drastisch naar 17 graden. Wat vreemd, we zijn in een tijdmachine beland. Het hele dal is stil blijven staan in 1978. Het is hier heerlijk gemoedelijk, zonder commerciële bedrijvigheid. Alleen het hoogstnoodzakelijke is hier te koop, op een klein toeristenwinkeltje na waar ze typisch Oostenrijkse frutsels verkopen. Maar verder draait het hier om het gewone leven. Geen franje, maar geraniums in bloembakken voor het raam, gezellige houten huizen met balkons waar mensen zitten en staren naar de bergen. Hier blijven we een hele week om nog verder te onthaasten na een week in Beieren. 

De ontvangst in het hotel is enorm hartelijk. We mogen ook al op onze kamer terwijl het pas 12 uur is. Na het uitpakken van de halve huisraad uit Apeldoorn (ik tel 13 paar schoenen werkelijk waar) gaan we op verkenning uit. Het zonnetje schijnt weer volop. Er is een prachtige, vrij grote kerk voor zo’n klein dorp, waar we even binnenlopen. Uiteraard blinkt het goud en de tierelantijnen je tegemoet, maar het past bij Oostenrijk. We nemen een flesje wijwater mee met een leuk etiket van de kerk. Wie weet wie daar thuis baat bij heeft. Zeg het maar.

Als we terugkomen bij het hotel is het tijd voor een drankje op het terras. Vandaag maar even niet al te veel lichamelijke beweging. Wat we wél doen is de wellness bezoeken. Op de derde verdieping van het hotel kun je gebruik maken van verschillende sauna’s en een dampfbad. De Panoramasauna heeft een compleet glazen wand en kijkt uit op een fantastisch berglandschap. Na een kwartiertje zweten kun je lekker luieren op het zonnedek buiten of binnen in de rustruimte. Boekje erbij en heerlijk ontspannen tot je ogen dichtvallen.

’s Avonds schuiven we aan voor een prima driegangen diner en tot slot drinken we nog een cappuccino in de bar. 

Terug in de hotelkamer kruip ik lekker op bed tussen de donzen kussens.

……enfin, ik probeer nog een hoofdstukje te lezen. Het is opgehouden met de donder en bliksem en de krekeltjes nemen de nachtelijke geluiden over.

Almbachklamm

Onze laatste dag in Berchtesgaden is aangebroken. In alle vroegte rijden we naar de Almbachklamm. Het zonnetje schijnt al lekker en net als alle andere ‘attracties’ ligt ook deze klamm weer op slechts 10 minuten rijden van ons appartement

Voor 5 euro pp mogen we de kloof bezoeken. Zoals wel vaker deze vakantie is ook nu de nabijgelegen Gasthof dicht vanwege een ruhetag, dit keer dus op de vrijdag. We weten het wel weer te plannen. Dat bakje koffie op het terras moeten we dus skippen.

De kloof is vrij nauw en op sommige plekken prachtig begroeid. Maar soms worden we omsloten door gele en donkergekleurde rotsen die ver over het wandelpad hangen en de zon blokkeren. Middels smalle uitgehakte paden en bruggetjes zigzag je de kloof door almaar hoger. Onder ons stroomt steeds het lichtgroen turquoise water, soms langzaam, soms sneller over afgesleten keien, langs mini strandjes. Kleine watervalletjes schitteren in de zon. Het is lastig lopen over de grillige rotsen, maar een staalkabel helpt voor wat stabiliteit. De stukken waar de zon nauwelijks tot in de kloof doordringt vind ik wat benauwend en zet er dan flink de pas in. Met de hoogtevrees valt het gelukkig mee al zijn de loopbruggen soms behoorlijk hoog boven het water en de paden smal langs de steile rotswanden. Ineens vliegt er op het engste stuk een grote oranje vlinder voor me. Hij vliegt steeds om de reling van de trap en gaat er op een gegeven moment stilzitten op slechts 10 cm van mijn hand. Zo in de schaduw van de donkere kale rotsen en de stalen trappen geeft de vlinder bijna licht. Het leidt me af van het claustrofobische gevoel dat ik had. Ik stond bijna op het punt om om te keren, maar loop toch nog even door. Plots stuitten we op een tunnel in de bergwand. Een bordje geeft 1,66 m. aan. Dat wordt flink bukken voor de lange sliert naast me. Maar al kan ik rechtop lopen ook ik ga diep door de knieën. Veel te bang voor vleermuizen of ander eng gespuis. Ineens is 15 meter door een pikzwarte tunnel met bochtjes heel lang. Maar ook hier weer is licht aan het eind van de tunnel. Bij een grote waterval vinden we een prachtig bankje wat hoger verscholen tussen het groen. Hier genieten we van het zonnetje en de overweldigende natuur.

De middag rijden we de Rossfeld-panoramastrasse. Voor 8 euro kun je deze 15 km lange route rijden. Best mooi, maar haalt het niet bij de Hochalpen strassen die we al eens eerder gereden hebben. In een ouwe skihut eten we een matige lunch op het terras, maar wel met gezellige Mexicaanse (!) muziek op de achtergrond en een paar mooie Duitse bergen op de voorgrond.

Later op de middag loopt Martijn in zijn eentje het dorp in voor een grote ijscoupe terwijl ik en mijn pijnlijke spierpijnpootjes luieren in het appartement.

We eten ’s avonds weer bij Kurz a Curry. Als we binnenkomen lopen is de eigenaar super enthousiast en blij dat we weer bij hem komen eten. Hij rent de keuken in en komt terug met een wok vol curry en twee lange lepels. Of we even willen proeven want hij vond het zelf nogal goed gelukt. Potverdorie wat lekker. Doe ons die maar en een curry met watermeloen en die zalige Indiase knapperige salade van gisteren. Het is weer smullen geblazen buiten op het terras op deze zwoele zomeravond.

Königsee…. Een dag met een diamanten randje

Halfzeven gaat de wekker, jammer ik sliep juist zo lekker.

Precies een uur later stappen we in de auto, met een bedenkelijke blik naar boven. De bewolking heeft nog nooit zo laag gehangen. Als dat maar goed gaat. Binnen 10 minuten staan we al op de parkeerplaats van Schönau am Königsee. Ondanks het vroege tijdstip staan er al best wat auto’s. Als we bij de kassa aankomen zien we dat de eerste boot van 08.00 uur bijna gevuld is. Gelukkig kunnen we als een van de laatste passagiers nog opstappen.

De mooie teakhouten boot wordt elektrisch aangedreven en glijdt bijna geluidloos over het water. Heel langzaam brandt de zon de wolken weg en zien we de schoonheid van het meer. Of het komt door de betoverende omgeving of het vroege tijdstip, maar iedereen is stil en geniet van deze mystieke tocht. Flarden wolken hangen boven het meer en steken af tegen de grijze grillige bergen die het meer omsluiten.

Bij de echowand haalt de kapitein zijn trompet tevoorschijn en begint te spelen. Onmiddellijk wordt zijn melodie beantwoord. Of zit daar gewoon de hele dag een mannetje bovenop de berg verstopt en terug te spelen? Het is wel prachtig in deze setting.

We varen helemaal door tot aan Saletalm, waar we uitstappen en de bijzondere natuur indrinken. Om ons heen die prachtige heldergroene almen die overgaan in grandioze granieten bergen met grillige punten. De almen, bedekt met bloemen, grazende koeien en doorkruist door stroompjes water en koeienflatsen. Overal her en der grote grijze keien bedekt met mos en dan zo’n eenzaam pad dat alsmaar doorloopt tot het eind der tijden.

Het is nog een tikje fris, maar de zon schijnt al volop en kleurt het water van het meer blauwgroen. We zetten er de pas in en kijken elkaar lachend aan. Dit is toch gewoon fantastisch! Omdat we de eerste groep zijn op de alm en de meest fanatieke wandelaars met enorme telelenzen al pijlsnel vertrokken zijn, hebben we de natuur bijna voor onszelf.

Het is een klein stuk lopen tot aan de Obersee. Elke stap is genieten. Het meer is aan de randen licht turquoise van kleur en wordt steeds donkerder groen naar het midden toe. De bomen rondom het meer zijn begroeid met mos en overal bloeien prachtige bloemen en fladderen verschillende soorten vlinders. Een eenzame eend komt ons begroeten. De wandeling gaat langs het meer en voert op een gegeven moment steeds hoger langs de steile bergwand. Het pad is overal breed genoeg om te kunnen passeren, maar nergens heel breed. Langs een roestvrijstalen koord hijs ik me omhoog. Soms zijn korte pootjes wel een nadeel. Vooral hier waar de treden uitgehouwen in de berg soms onmogelijk groot zijn. Gelukkig heb ik geen last van hoogtevrees en voor we het weten zijn we aan de andere kant van het meer bij de Fischunkelalm.

Het doorkruisen van de alm met de imposante bergen rondom ons is weer een ultieme belevenis. Je blijft je vergapen aan de schoonheid van de natuur. We schieten heel veel foto’s onderweg en sommige staan hier op de site!

De zon brandt al hevig op onze bolletjes. We zijn zo blij dat we vroeg vertrokken zijn. Nu is het nog wel uit te houden, maar vanmiddag zal het best pittig zijn.

Ons einddoel is de Röthbachfall. Deze waterval ligt in de schaduw en we zien hem al in de verte. We proberen er zo dicht mogelijk bij te komen. Al klimmend over grote boomstammen, balancerend op de keien in het water doorkruisen we de stroom. Ik gok erop dat mijn schoenen waterdicht zijn, want gewoon doorlopen is toch wat handiger dan al dat geglibber op uitstekende stenen. Gelukkig laten mijn wandelschoenen me niet in de steek. De begroeiing onderaan de waterval is vrij dicht en het pad loopt steil omhoog. Ik vind het welletjes en laat Martijn nog een paar meter verder door ploeteren.

Als we dan uiteindelijk na een wandeling van 1,5 uur onze waterfles opendraaien voor een heerlijk frisse slok deins ik terug van de zure geur die eraf komt. Martijn heeft de fles van onze reisdag gepakt met het water van vorige week met komkommer en sinaasappelschil smaak. Die is natuurlijk niet meer te drinken. 0-1 voor Martijn.

Tot onze grote vreugde is de Alm Hutte op de Fischunkelalm die we vanmorgen gepasseerd zijn op de terugweg ineens omgetoverd tot een oase. Superblij zitten we allebei aan een grote pint met verse (rauwe) melk zo uit de melkbus geschept en een heerlijk zuurdesembroodje met spek en augurk. Gepaard met uitzicht op de wonderschone natuur. Het is al wel rete-druk aan het worden. Vanaf dit punt komen drommen mensen onze kant op. Wat een geweldige tip van al die reizigers die op internet hun ervaringen hebben gedeeld. ‘Ga vroeg op pad en doe gelijk de Saletalm aan’ was steeds het advies. Vanaf hier wandelen we weer rustig tegen de stroom in terug naar de boot. Op naar de volgende stop.

Bij deSint-Bartholomeüskerk (https://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Bartholomeüskerk_(Berchtesgaden) stappen we uit. Hier kun je een rondje van een half uur maken, maar we zijn eigenlijk helemaal op. We strijken neer op een bankje en genieten daar even onder een grote boom van het frisse windje en het uitzicht op de Königsee. Dan is het weer tijd om de boot terug te pakken.

We krijgen namelijk een beetje trek, want 1 boterham met spek delen met z’n tweeën was wat karig. We gaan van boord en pakken de auto. We rijden steeds hoger de bergen in naar een gasthof met een terras met jaja wederom fantastisch uitzicht. Jammer maar helaas is de keuken nog niet open. Dan maar een bakje net niet cappuccino. De plek maakt een hoop goed. Martijn slingert daarna de auto via onmogelijk smalle en steile weggetjes weer terug naar Berchtesgaden.

Midden in het dorp is een schattig pleintje waar we heerlijk in de schaduw kunnen zitten met een glas ijsthee met verse nectarineschijfjes. Wederom geen eten, maar we hebben besloten tot halfzes te wachten als het Indiaas georiënteerde eettentje Kurz a Curry open is. Om de tijd te doden kopen we allebei een paar wandelschoenen en bedingen 65 euro korting.

Dan eindelijk mogen we eten. En het was het wachten wel waard. Een verrukkelijk knapperige Indiase salade met kikkererwten en heerlijke groenten. Een Kurma met tomaat, kokos en groenten en een ontzettend malse lam bhuna. Deze dag kon eigenlijk niet beter eindigen. Nou ja die hete douche zo dadelijk. Die maakt het helemaal af!

Een regenachtige woensdag

Het is woensdag en het regent zachtjes op het dak. Dit blijft jammer genoeg de rest van de dag zo.

In Duitsland zijn de drogisterijartikelen over het algemeen goedkoper dan in Nederland. Dat blijkt hier toch een beetje tegen te vallen als we om een uur of 10 in de DM staan met ons boodschappenmandje.

Daarna rijden we door naar een leuke stube, om bijna bij het eindpunt borden te ontdekken met ‘heute ruhetag’. Is dat ff balen. Dan maar door de regen de natuur in. Vanuit hier kun je naar de Almbachklamm wandelen. Het pad gaat naar beneden en is nog vrij breed. Daarna wordt het iets smaller en wordt het wandelpad afgewisseld door kleine bruggetjes en begeleidt door staalkabels om je aan vast te houden. Het is een blauwe route, maar toch verstijf ik. De hoogtevrees heeft weer eens toegeslagen omdat je hier gigantisch ver de diepte in kunt kijken. Net nu de omgeving zo prachtig is. Sneu voor Martijn maar ik wil toch graag terug. Hij doet nog wat halfslachtige pogingen om me over te halen, maar daar trapt mijn angstige gemoed niet in. We stapten op dit punt halverwege de klamm in. Je kunt ook gewoon bij het beginpunt starten en dan zit je al beneden in de kloof. Dat lijkt mij een beter uitgangspunt. Vrijdag is het hopelijk mooi weer dus we stellen de tocht nog even uit.

Als we terugwandelen word ik uitgelachen door een schorre haan. Jaja kraak jij maar raak.

Bijna pletten we met onze autobanden een schattig eekhoorntje op de weg terug naar ons appartementje. Die heeft nu net als ik de schrik in de benen.

Eenmaal in ons huisje douwen we wat eekhoorntjesbrood in de oven, of gewoon waldkorn, ik weet het niet meer precies. Dat laatste vermoed ik.

Na deze voedzame lunch zu hause komt Martijn met het idee om dan maar even bij het ‘Dokumentation Obersalzberg’ te gaan kijken. Hitler en zijn kornuiten hebben (naast Berlijn) op deze berg bij Berchtesgaden eigenlijk in de jaren 30 hier veel tijd doorgebracht. In 1933 werd Hitler rijkskanselier en kocht hij hier Haus Wachenfeld. Hij kwam hier schijnbaar al veel langer voor vakanties. In elk geval is dit een tweede machtscentrum geworden van de nationaal ‘socialisten’. Je kunt hier vernemen hoe de lokale bevolking het ervaren heeft om uit hun huizen gedreven te worden zodat Hitler hier zijn bolwerk kon uitbreiden. Uiteraard is er informatie over de propaganda, de machinerie van terreur en vernietiging, de rassenpolitiek, jodenvervolging en volkerenmoord. Eigenlijk alle belangrijke thema’s van de nazigeschiedenis komen hier aan bod.

Normaliter kun je ook nog een klein deel van het ondergrondse bunkercomples bezichtigen, maar dit is momenteel helaas een Baustelle, net als de helft van ’s Duitslands wegen.

Het museum of expositie lag ook op de route naar het Kehlsteinhaus (Adelaarsnest) en een panoramastrasse. Toen we weer naar buiten liepen was de regen opgehouden, maar hing het hele dal in dichte mist. Dus ook dat bewaren we voor een andere keer.

Zodra we thuis zijn kruip ik lekker onder het dekbed om een tukje te gaan doen. Pas twee uur later word ik wakker en is de middag weer voorbij.

Soleleitungsweg

Het is jullie vast wel opgevallen dat het weer tijdens onze vakantie niet steevast 25 graden en zonnig is. Ook later vandaag staat er weer wat regen en onweer op het programma. Daarom gaan we wederom vroeg uit de veren terwijl het nog droog is, voor een relatief makkelijke wandeling om onze spieren wat rust te geven. Want je moet ons uit bed zien komen steunend en kreunend iedere ochtend.

Je kunt vanuit Ramsau de Soleleitungsweg wandelen, maar als je je benen wat wilt ontzien loop je alleen het ‘Balkon des lieben Gottes’. Een weg die zijn naam eer aan doet, want je loopt op aanzienlijke hoogte langs de berg zonder al te veel stijging en daling met een heerlijk uitzicht op de omringende bergen Watzman, Hochkalter, Reiteralpe en Göll. Het startpunt is het Zipfhäusl waar je natuurlijk eerst een bakje koffie kunt nuttigen. Gezien het tijdstip slaan wij dat over en lopen het eerste deel van de route. De wandeling voert afwisselend door dennenbos, langs een waterval over kleine bruggen en langs stroompjes, door alpenweiden en langs bermen vol bloemen. Soms kijk je honderden meters de diepte in. Gelukkig is het pad steeds zo’n meter breed dus ruim voldoende voor deze Angsthaas. Op de route zijn klaphekken aangebracht en we horen ook al regelmatig koeienbellen. Op verschillende plekken langs de route zijn bankjes neergezet om rustig te gaan zitten mijmeren. Steeds met uitzicht op die heerlijke bergen. Al na zo’n tien minuten komen we uit het bos en staan oog in oog met een enorme koe met horens en een reuzenbel om haar nek. Ze loeit uit volle borst en drie meter onder haar achter schrikdraad zien we haar kalfje half verdwijnend onder de hoge varens. ‘Als ik nou het hek open hou dan kun jij naar voren lopen en een foto van haar maken’. Zei de heldin op wandelsokken. Martijn loopt voorzichtig het pad op en de koe laat zich gewillig fotograferen. Tja en nu? Durven we erlangs? Nee natuurlijk niet. We wachten en achter ons komen na 5 minuten nog twee wandelaars. Ook zij aarzelen. Weer een paar minuten later komen de volgende twee wandelaars. ‘Je moet moedig zijn’ roept de man van het gezelschap die ons naar later zal blijken, regelmatig trakteert op een praatje onderweg steeds als we hem tegenkomen. En daar gaan ze… vol zelfvertrouwen recht op de koe af. De rest van het gezelschap loopt er dapper achteraan. Ik sluit de rij. De koe kijkt af en toe opzij, maar is meer geïnteresseerd in het gras dan in ons. We passen er net langs, zo smal is het pad. Links en rechts gaat het steil omhoog of naar beneden. Je vraagt je af hoe die koe daar terecht is gekomen. Na zo’n 500 meter treffen we weer een aantal koeien aan, die de weg flink blokkeren. Ook hier zigzaggen we vrolijk omheen. We zijn ineens heel stoer.

Het is zo’n 45 minuten lopen naar het eerste terras bij Gasthof Gerstein. Lekker in het zonnetje drinken we een bakje koffie en een apfelschorle, want rivella kennen ze hier niet. De dappere Duitser strijkt ook hier neer en begint tegen ons aan te kletsen. Een sympathieke man hoor, maar waarom praat hij zo’n gek accent. Ik kan het nauwelijks volgen. Af en toe maar knikken en vriendelijk lachen.

We gaan weer op pad en zien de hele route al bordjes van de SalzAlpenSteig. Dit is een lange afstandswandeling die over ditzelfde pad voert van ruim 230 kilometer over ik geloof 18 etappes.

Er gebeuren geen spannende dingen meer op de route. Ik zou er een paar kunnen verzinnen, maar dan alleen om het verhaal wat op te leuken.

Ons einddoel is het Berggasthof Söldenköpfl. Ook hier weer kun je je ogen verwennen met een wunderschön Aussicht vanaf een heerlijk terras. Onze Duitse vriend zit al aan een enorme terrine met huisgemaakte goulashsoep, maar wij gaan voor een stuk taart en een warm bakje koffie. Het is immers pas half 12.

De terugweg gaat over hetzelfde pad, wat totaal niet vervelend is. Je kunt natuurlijk ook verder lopen en je dan met de gratis bus weer af laten zetten vlakbij het punt waar we gestart zijn, maar we lopen totaal zo’n 12 km en vinden dat eigenlijk ook wel voldoende voor vandaag. Tijdens onze lunch in het Zipfhäusl begint het te regenen. Gelukkig zitten we onder de overkapping. Dat hebben we toch maar mooi uitgekiend zo. De rest van de middag duiken we een grote Intersport winkel in en doen wat boodschappen bij de Rewe voor het avondeten. Duitse pannenkoeken worden het, want ik heb geen zin om vanavond in de regen de berg op te lopen het dorp in. Met pannenkoeken met appel en verse ananas krijg ik Martijn ook wel zover. Mijn moeder vraagt op de app als ik haar een foto stuur van een bakkende Martijn, ‘Wat het verschil is met de Hollandse pannenkoek? ‘

‘Nou eigenlijk alleen de locatie’.